dinsdag 9 mei 2017

Ecuador Rondreis 7: Cuenca

Vrijdag, 28 april -> maandag, 1mei '17

Na de treinrit klimmen we naar de hoofdweg op het einde van het stadje. Al enkele dagen sijpelen berichten binnen over: wateroverlast, modderstromen, wegverschuivingen, onbereikbare wegen, enz... Vooral naar onze volgende bestemming, de stad 'Cuenca', horen we tegenstrijdige verhalen: onbereikbaar, wél bereikbaar.
Aan het loket van de busmaatschappij krijgen we niet veel duidelijkheid. De dame probeert ettelijke keren de aankomende bus op te roepen zonder succes.
Plots stopt er een bus van de maatschappij, maar ze zit vol! Mogen we mee? Kunnen we zo in Cuenca komen? De conductor weigert ons. Gelukkig levert het Spaanse sociale babbeltje dat Reinhilde vooraf voerde met de dame in kwestie op dat deze eist dat ze ons vier meenemen! Er zijn wél geen zitplaatsen vrij! Pas eentje over een kwartier, twee binnen een uur en nog één na twee uur. 'No problem!' Vamos... Dit is onze enige kans en die grijpen we!
In het midden van het gangpad zitten we op onze kont. De rit verloopt goed. Hier en daar liggen er brokstukken of opgehoopte aarde op de weg. Slechts één wegversperring zorgt voor een korte omleiding, die door een local in goede (m.a.w. de juiste weg) banen wordt geleid.
Al snel zitten drie van ons op een stoel. Voor mij duurt het wat langer en dan speel ik ook telkens mijn zitplaats weer kwijt, doordat er mensen blijven opstappen, of wanneer we denken dat iemand uitstapt, maar weer terugkomt na een pit(s)stop! Hallo... en ons had hij geweigerd!!! Pas op het laatste traject, van onze meer dán vier uur durende busrit, lukt het om naast mijn man te zitten. 
Het is reeds donker wanneer we in Cuenca arriveren en een taxi ons aan het gereserveerde hostel 'Hostel Yacumama' afzet. De Zwitserse eigenaar heeft er een gezellige plaats van gemaakt en de smaakvolle ingerichte bar & bistro biedt ons alles wat we nodig hebben. Na een stevige maaltijd laten we ons het hemelbed in de mega grote kamer bevallen...
Cuenca is de hoofdstad van de provincie Azuay en de vierde grootste stad in Ecuador. Ze heeft veel van haar koloniale karakter bewaard, met prachtige oude gebouwen. Het is een 'Parel' van de koloniale architectuur, nog mooier dan Quito. Veel Ecuadoranen beschouwen Cuenca dan ook als hun mooiste stad en het is moeilijk om met hen hierover van mening te verschillen. De oude kasseistraten, de bloemrijke parken en de witte gebouwen met antieke houten poorten en smeedijzeren balkons, maken het een plezier om te bezoeken. In 1999 werd Cuenca door UNESCO tot werelderfgoed benoemd. 
Geert en ik gaan na een vroeg ontbijt meteen op pad. Planning: uitstap naar de ruïnes 'Ingapirca', een archeologische site en de belangrijke architecturale erfenis van de Cañari's & Inca's in Ecuador. Het zouden de meest indrukwekkende en belangrijkste bewaard gebleven Inca ruïnes zijn, mini 'Machu Picchu' (in Peru) volgens bronnen. Nou, dat willen we wél even zien!  
Voor de toer bezoeken we het museum over de opgravingen, gevonden juwelen, vazen, skeletten, enz...
De site mag je enkel bezoeken met een gids die je rondleidt en uitleg geeft (inkom + gids= 2 US$).
'Ingapirca' is een Quechua-woord dat "de muren van de Inca" betekent. Deze bijzondere bezienswaardigheid wordt gevormd door de resten van de zonnetempel 'Inti' die ten midden van de akkertjes van de Cañari-indianen ligt. De bouwstijl van het hoofdgebouw, de ovalen 'castillo' of 'templo del sol', is typisch Inca. De blokken andesiet zijn precies op elkaar passend gemaakt: hoewel er geen cement of lijm werd gebruikt om de blokken op elkaar te houden, valt er geen speld tussen te krijgen.
Samen met een gids ontdekken we de ruines, die dateren uit de 15de eeuw, die gebruikt werden als religieus en adminstratief centrum en tevens dienst deden als burcht. Op de wijdse archeologische site vinden we o.a. vestingsmuren, binnentuinen, terrassen, huizen en een tempel.
De uitlegbordjes geven drie talen weer: Spaans, Engels & Quechua, de talen der Indígenas. De gids vertelt met passie over de site en zijn voorouders. Leuk!
Na de toer hebben we nog een klein halfuur voor de bus weer terugkeert. Snel wandelen we de site uit naar links en dalen we 1km af tot we het zien... het is echt... het is magisch, sprookjesachtig, adembenemend... Het 'Gezicht' in de rots: 'Cara del Inca'. De afbeelding van het gezicht in de rots lijkt op een menselijk profiel met details van: kin, haakneus, ogen en wimpers. Ongelooflijk!
In de late namiddag arriveren we weer in de busterminal van Cuenca. Hier nemen we een kijkje bij de locale foodcourt. Het ene na het andere eettentje met gerechten afgebeeld op de vele uithangborden overdonderden ons, alsook alle zwaaiende handjes en 'psst, psst' roepende mensen die de klanten in hun tentje proberen lokken. Het is zo'n grappig gezicht dat we van het lachen niet kunnen kiezen. We bekijken het even vanop een afstand en kiezen dan een willekeurig plekje uit. Ze serveren toch bijna allemaal hetzelfde en hanteren dezelfde prijzen. Ecuadoriaanse gerechten bevatten over het algemeen bonen, bonen en bonen. En rijst & frieten op één bord/in één plat. Soepen is hun sterkte en deze hebben we al meermaals geproefd en goed bevonden.
Met een gevulde maag besluiten we de taxi te laten staan en te voet naar het hostel te gaan, dat in het oude historische stadsdeel gelegen is. We wandelen rond in het koloniale gedeelte van Cuenca en ervaren de gastvrijheid van de inwoneres en genieten van de kleurrijke pleinen, religieuze monumenten en leuke winkeltjes. De betegelde daken, kasseistraatjes, pleinen met bloemenmarkt, vele souvenierkraampjes en musea. De stad heeft een beetje een Mediterraans karakter. Langs weerskanten van de weg zie je pastelkleurige huizen met smeedijzeren balkonnetjes en vervallen panden met begroeide patio’s.  Op het San Fransisco plein staat de 'Catedral de la Inmaculada Concepción' met opvallende blauwe koepels.
Het aantal kerken in de stad is ongekend, het zijn er héél veel! Keuze ten over voor de gelovige Ecuadorianen. Tijdens onze tocht begrijpen we waarom deze stad uitgeroepen werd tot Unesco Werelderfgoed. 
Het is jammergenoeg te laat om nog een museum te bezoeken of de ‘Panamahat factory’, een plaats waar de typische Ecuadoriaanse hoeden worden gemaakt. Binnen legt een werknemer je graag uit hoe de hoeden gemaakt worden. Waarschijnlijk komt nu al snel de vraag naar boven waarom het 'Panamahoeden' worden genoemd. Door de eeuwen heen werden deze hoeden in Ecuador gemaakt, maar vervolgens in het begin veelvuldig naar Panama geëxporteerd. Hier heeft de hoed zijn succes een beetje aan te danken en dus uiteindelijk ook 'dé' naam. Om verwarring te voorkomen, de hoed wordt echt alleen in Ecuador gemaakt. De panamahoed is sindskort door UNESCO erkend als immaterieel cultureel erfgoed.
Een wandeling langs de 'Tomebambarivier' is een aanrader!
Op zondag kan je de lokale zondagmorgen-markten bezoeken in de drie nabij gelegen dorpjes: Sigsig, Chordeleg en Gualaceo.
Vanaf het busstation in Cuenca arriveren we na negentig minuten bij het verst gelegen dorp, Sigsig. Het is hier niet toeristisch en we vallen in onze aanwezigheid op tussen de vriendelijke verwelkomende locals. In de reisgids lezen we dat hier, in Sigsig, de Panamahoeden voor de lokale bevolking gemaakt en verkocht worden en je dit ook kan bewonderen.
Een typisch product dat bij de cultuur van Ecuador hoort is deze hoed, die handgemaakt wordt van gevlochten Carludovica palmata bladeren (zie link voor meer info: https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Cyclanthaceae). De naam van deze hoed doet anders vermoeden maar de hoed komt echt uit de provincie Manabi in Ecuador, zoals eerder vermeld. We lopen rond op de markt, maar zien niemand hoeden vlechten, noch verkopen... Jammer, daar keken we zo naar uit! Alsook om een nieuw exemplaar aan te schaffen voor the Captain, aangezien hij die van Colombia heeft proberen te verzuipen door hem te overvaren met ons Dinghietje 😎 Wat we wél aantreffen op de markt zijn grote slakken en dikke meelwormen! Iemand zin in 'eiwitten' 😝 Hi, hi, hi,... 
Vanaf Sigsig is het vervolgens een half uurtje rijden met de bus naar Chordeleg, dat bekend staat om de verkoop van textiel en sieraden. Vooral zilveren sieraden zijn zeer gekend en gewild hier. Er heerst een mondaine sfeer met alle chique blinkende juwelenwinkels. De 'textielmarkt' is er niet (reisgids moet enkele aanpassingen aanbrengen 😉), maar winkels met prachtige geweven kleurrijke motieven des te meer. Hier vinden we ook prachtig hoeden, maar allen te groot voor mijn ventje zijn 'klein/smal' hoofdje 🤠
Vanaf Chordeleg zijn we 10 minuten later met de bus in Gualaceo. Hier is een grote dierenmarkt. Voorlopig hoeven we geen varken, lama, schaap, geit, kip of cavia voor aan boord 🐖🐐🐑🐓 De overdekte Mercado is weer een lust voor het oog en onze rammelende magen sussen we met wat lekkers van de vele aanwezige eetstandjes.
Vanaf Gualaceo arriveren we na vijftig minuten weer in Cuenca. Nog even tijd om door de leuke stad te wandelen.

's Avonds is het telkens genieten van de gezellige buurt rondom het hostel, waarbij we een keuze proberen te maken tussen de vele leuke aanwezige bars om een drankje te nuttigen en een Italiaans, Chinees, Indisch, Thaïs of Ecuadoriaans restaurant voor een lekker maal.