Donderdag, 1 - maandag, 5 februari ‘18
We zeilen terug voor een nachtje naar Mangareva, Rikitea, want het bevoorradingschip is gesignaleerd. En inderdaad het is een drukke bedrijvigheid aan wal en bij magasin/snack/internetcafé JoJo’s. Maar pas de volgende morgen kunnen we de producten uitgestald zien en kopen.
Daarna is het anker op. De tocht naar Aukena is niet bezeilbaar en zelfs in de vaargeul is het slalommen tussen de vele visboeien met oesternetten. De deining & wind zijn niet gunstig voor onze geplande ligplaats en dus varen we door naar de rand van het rif, waar een pittoreske motu ligt: ‘Tauna’.
Onder de dinghy op het dek, is het wél heel onrustwekkend nat! Hebben we een lek in de harde bodem?! Deze is toch pas in Hao onderhanden genomen. Even de fietsband eraf halen en inderdaad, daar is het lek, een stukje waar er blijkbaar niet voldoende epoxy is gebruikt. Aan het werk dus: afschuren en laten uitdrogen. De volgende dag wordt het weer ingelamineerd met glasvezel & epoxy. Laten uitharden, weer opschuren en de fietsband er weer opplakken. Dit met steeds voldoende tijd tussen om het te laten drogen en uitharden. Gevolg: geen vervoermiddel om de oogverblinde atol met lange zandstrook te gaan bezoeken. Op zaterdag komen er twee bootjes van locals toe, die er een aantal uren vertoeven. Daarna is het weer ‘ons’ eiland 🏝.
Op zondag is ons ‘Sensation’-tje weer klaar voor een proefritje. En dus gaan we ons eiland ‘Tauna’ verkennen. Wat palmbomen, naaldbomen en met een hutje. Onze voeten stappen in het schelpenzand en verderop in het poederzand. Het rif aan de oceaankant is enorm breed en dus bulderen de oceaangolven ver van het eilandje af. Het snorkelgerief blijft in de bijboot, het is er te ondiep en we zien geen vis of haai zwemmen.
Op naar het buureiland, motu ‘Tekava’. Het is goed uitkijken en slalommen met de bijboot tussen de vele koraalvelden & bommies. Aan het eiland zien we een vissersbootje liggen en mensen & kinderen. Ze wenken ons en heten ons welkom. Het behoord toe tot een familie en elk weekend (indien het weer het toelaat) komen ze hier naar toe. We worden uitgenodigd om mee te eten van het lam dat op de BBQ ligt. Één van de vrienden viert zijn verjaardag en dat wordt uitbundig gevierd met heel wat lekkers dat ons voorgeschoteld wordt, begeleid met een biertje & rumpunch. ‘We vallen met ons gat in de boter.’ Muziek galmt uit een bluetooth speaker. Twee grote zeugen lopen rond in de tuin rond het huis dat voorzien is van slaapkamers, keuken en sattelietschotel. Vier grote citernes verzamelen het opgevangen regenwater. Van een wandeling rond het eiland komt niks van in huis. Uren vertoeven we in het feestvierend vriendelijke gezelschap, ondertussen passeren er enkele buien.
Met een doos vol pompelmoezen, bananen, citroenen & limoenen, nog een pompoen (ofzo, nog eens navragen in het dorp wat het precies is, volgens hen is het zowél een groente als fruit en kan het rauw geraspt worden en gegeten bij een salade) en een bakje vol gevangen visjes (naam vergeten, volgens hen geen ciguatera) worden we uitgezwaaid. En krijgen we op de koop toe een inventatie voor de komende weekenden, zolang we op Gambier zijn.
Nou, niet slecht zo’n privé-eilandje met een huisje en twee waak-varkens 🐖🐖. Net wat anders dan een vakantiehuisje aan de Belgische kust of in de Ardennen.
Aan boord treffen we wat regenwater aan, die door de openstaande luiken is binnen gekomen... even dweilen en klaar is Kees. Fruit wordt afgespoelde en ontdaan van mieren. De vissen worden gekuist, de vliegen komen er op af, dus dat is goed (teken van geen ciguatera) en stoppen ze in de vriezer. Onze feestende vrienden varen zwaaiend & roepend voorbij. Voor hen zit het weekend er weer op... morgen werkendag op de parelboerderij. We kijken terug op een leuke dag met hartelijke mensen.
De zon gaat onder en we krijgen regen, wind en bliksem om ons heen, maar geen donder. De nacht die volgt brengt nog meer wind & regen.
Ook de volgende ochtend is het regenachtig. Tegen de middag zien we een blauw gat en een waterzonnetje in het grijze wolkendek verschijnen, deze willen we gebruiken om naar een andere plaats te varen. Alle eilanden liggen dicht bij elkaar, gemiddeld slechts twee uur varen op motor of zeil, afhankelijk van de richting en wind, boeien & parelboerderijen.