Maandag, 5 - zaterdag, 10 maart ‘18_17u30(UTC -10u = -11u tijdsverschil met BE(=UTC +1u)!)
De Australeilanden, Frans: Îles Australes of Archipel des Australes, vormen een eilandengroep binnen Frans-Polynesië, ten noordoosten van Nieuw-Zeeland. De archipel bestaat uit zeven eilanden, waarvan vijf bewoond zijn en vier ervan bereikbaar zijn met het vliegtuig, het hoofdeiland heet Tubuai. De Australeilanden bestaan uit twee administratieve regios: de Tubuai-eilanden (Van noordwest tot zuidoost zijn dit: Îles Maria, Rimatara, Rurutu, Tubuai & Raivavae) en de Bass-eilanden (Rapa Iti & Marotiri (onbewoond)).
De Australeilanden worden soms, zeer verwarrend, de Australische eilanden genoemd. Uit de naam Australeilanden of Australische eilanden moet niet worden geconcludeerd dat de eilanden bij Australië behoren. De namen zijn etymologisch afgeleid van het woord ‘australis’, dat ‘zuiden’ betekent. Ruim 600 kilometer ten zuidwesten van Tahiti ligt deze archipel. Vanwege deze behoorlijke afstand houdt de archipel op natuurlijke wijze overtoerisme op afstand. Misschien is het daarom dat de meeste locals van mening zijn dat op de Austral archipel de aardigste mensen van heel Frans-Polynesië wonen.
Dit is voor ons het vijfde, van de vijf archipels in Frans Polynesië, dat we bezoeken. De totale oppervlakte van de archipel is 140 km², de zeven eilanden liggen honderden zeemijlen van elkaar verwijderd, dus dit wordt een beetje varen om enkele van hen te bezoeken. In totaal teld dit archipel ongeveer 6900 inwoners.
De eilanden van deze archipel werden ontdekt tussen 1769 & 1811
Captain Cook was de eerste die in 1769 Rurutu zag, in 1777 Tubuai, maar hij ging niet aan land. Gayos ontdekte in 1775 Raivavae & Vancouver ontdekte Rapa in 1791. Terwijl Rimatara pas het bezoek kreeg van de eerste Europeaan, Pastoor Henry, in 1811.
Ook hier hadden de ontdekkingen drastische gevolgen voor de lokale bevolking die het leven lieten aan epidemieën en gevechten, waardoor de bevolking in grote getalen slonk!
Ze werden bekeerd tot het Protestantisme vanaf 1820 en toegewezen tot Frankrijk in 1881.
Rapa Iti, vroeger ‘Oparo’ genoemd, waar we nu zijn, behoort bij de Bass-eilanden, samen met het onbewoonde eiland Marotiri, dat we gepasseerd zijn op onze route naar hier. Het zijn de twee meest zuidelijk gelegen eilanden van Frans-Polynesië. Het eiland ligt het dichts bij de vaarroute tussen Nieuw-Zeeland & Panama.
Op geografisch gebied worden de Bass-eilanden van de Australeilanden gescheiden gehouden omdat het vulkanisme op de Bass-eilanden van veel recentere oorsprong is dan dat van de rest van de Australeilanden.
Rapa Iti is het kleine zusje van Rapa Nui, beter bekend als ‘Paaseiland’, dat niet tot Frans Polynesië behoort.
Het is een uitgestorven vulkaan met een diepe baai en steile reliëfs. Het is een mysterieus oord, waarvan de toppen van de bergen meestal in de wolken gehuld zijn.
Het hoogste punt van de Rapa Iti is Mont Perahu dat ongeveer 650 meter hoog is. Rapa is 40 km² groot en één groot natuurreservaat met een minimale bevolking (minder dan 500!). Er zijn twee dorpen: Ahurei (het hoofddorp met ca. 350 inwoners) en Area (ca. 130 inwoners).
Eens in de twee maanden ofzo (afhankelijk van het weer en tijdens de schoolvakanties om de kinderen van Tahiti (vanaf 15j) & Tubuai (vanaf 12j) weer naar huis & school te brengen), komt het vrachtschip Tuhaa Pae II langs het eiland om goederen af te leveren. Dit is tevens de enige verbinding met de rest van de wereld. Er is geen luchthaven hier. Deze plannen zijn opgeborgen omdat de weersituatie hier onstabiel is. Nadat het vliegtuig vertrekt in Tahiti, 1250km of 675NM van hier, kan het weer op korte tijd omslaan, waardoor het niet kan landen en rechtsomkeer zou moeten maken...
Dus geen toerisme hier en maximum slechts een tiental zeilboten die hier naar toekomen. Om dezelfde redenen: het onstabiele weer: regen, wind & kou en omdat het zo zuidelijk ligt, buiten de ‘Coconutmilk-route’ die de meeste jachties volgen. De zomer is hier kort, vanaf eind december t.e.m. april; en is tevens ook het regenseizoen. Temperaturen kunnen hier tijdens de winter (vanaf mei) zakken tot onder de 10°C...brrr...
De bewoners zijn geheel zelfvoorzienend en leven van hun agricultuur: men bakt zijn eigen brood (geen bakker op het eiland of baguette te koop in één van de drie kleine winkeltjes), kweekt zijn eigen groenten, plukt zijn eigen fruit en vangt zijn eigen vis (helaas hebben de vissen binnen het rif kans op de Ciguatera-ziekte) of geit of kweekt varkens en slacht een kip of eend. Op het eiland is er een teelt van citrus- & passievruchten, peren & vijgen, als mede de teelt van koffieplanten (juni).
De mensen leven van wat het eiland biedt van vruchten, fruit en wilde runderen & geiten, alsook van de visvangst: zalm, dorade, langoest, venusschelpen en kreukels. Soms staat er ook zeekomkommers en oesters op het menu. Genoeg variatie en lekkers!
Toen de Britse navigator, George Vancouver als eerste Europeaan, in 1791 het eiland bezocht, trof hij er tussen de 1500 & 2000 bewoners aan. Die verdeeld onder 12 clans verspreid over het eiland woonden: stammen die elkaar op bloedige wijze achterna zaten en, soms letterlijk, wel konden vreten. Vanuit hoog, op de kraterpieken rond de baai, gelegen forten hielden ze elkaar in de gaten. De gevechten stopten in 1826 met de invoering van het katholicisme. Maar al gauw dreigde er een ander gevaar van buitenaf: Peruviaanse slavenschepen kwamen om nog meer slaven te zoeken! Samen met epidemies & ziektes die ze meebrachten, slonk het inwonersaantal tegen 1867 naar 120!
Wanneer we een ankerplaats zoeken, zien we, in de vroegte van de opkomende zon, een bootje van ‘Ha’urei’, de hoofdstad, naar ‘Area’ het dorp aan de overkant van het kratermeer varen, volgeladen met mensen in mooie kleding en geweven hoeden op hun hoofd. De klokken van de kerk luiden. Er is een mis, euh, op een maandagmorgen? Misschien een huwelijk of begrafenis? Op de radio horen we dat 5 maart een feestdag is van de protestanten.
Tijdens het ontbijt kunnen we de ontluikende omgeving op ons laten inwerken. Opgebouwd uit een groot aantal vulkaanpieken, ziet Rapa er vanop afstand groen en grillig uit. Alsof een draak zijn scherp gepunte tanden heeft achtergelaten. Het harde licht van de opkomende zon toont de kraterwanden om ons heen in al hun ongenaakbaarheid, harde lijnen over de kammen met diepe schaduwen in de nog niet belichte hellingen en dalen daar achter. Na een uur is het schouwspel over, het licht wordt zachter, de omgeving milder, gloeiender, met meer reliëf.
We zijn wat moe van de tocht en het wachtlopen. The Captain zijn ellebogen doen pijn van de mislukte visvangsten en het bijna vier uur durende gevecht met de geelvintonijn die we verloren...
Tijd om even een uiltje te vangen 😴
Na ons dutje lijkt de omgeving onder de middagzon véél intenser. De groene bergflanken om ons heen schitteren. We kunnen ons moeilijk inbeelden, dat de Polynesiërs hier eeuwen geleden alles ontbost hadden en later weer aangeplant hebben met naald- & loofbomen en stuiken (dit heeft ook op Mangareva, Gambier, plaatsgevonden!). Onze dame dobbert rustig in het vlakke goed beschutte gigantische kratermeer. Het is hier muisstil...
Sommige beschrijven deze omgeving als: Schotland & Noorwegen. Daar zijn we nog niet geweest, maar dat beloofd alvast véél moois.
De temperatuur is hier ongeveer 25°C en het water 22°C. ‘s Avonds en ‘s morgens is de temperatuur iets frisser, maar het dekbed blijft voorlopig in de vacuümzak, zo fris is het nu ook weer niet.
De zichtbaarheid van het onheldere water is, samen met de watertemperatuur niet uitnodigend voor een zwemmetje, al zeker niet wanneer er meteen een grijze haai 🦈 even van een stukje afval komt peuzelen!
In de namiddag wordt de tube van de uitlaat gecheckt: de MacGyver reparatie doet zijn werk: alles ziet er in orde uit.
Aan land zien we geen mensen verschijnen, nu en dan horen & zien we een wagen rijden. Een luie rustige feestdag... De elektriciteitscentrale brult zachtjes in de verte. Visboten zweven boven het water in een houten geraamten met een systeem van riemen/banden, die m.b.v. grote stuurwielen de boten boven het water heisen.
Na een heerlijk nachtrust in een stille omgeving, zonder klotsend water, klapperende zeilen of plonzende vissen om ons heen, zijn we klaar om Rapa te ontdekken. Langs de vele patates en koraalplateau’s zoeken we met Sensation-tje een weg naar de lange betonnen kade. Wanneer we de straat oplopen, stappen er meteen twee dames van hun fiets om een babbel met ons te slaan en wegwijs te maken in het hoofddorp ‘Ha’urei’. Zo weten we meteen wat er allemaal is: gemeentehuis met politieagent, weerstation, medisch centrum met een Franse verpleegster & assistente, school (3 tot 12j), kerk, twee winkels (waarvan 1 een coöperatieve van de commune), postkantoor, artisanaal centrum, toeristische dienst, enz...; en waar het zich bevindt. Een bank of -automaat is er niet, maar eigenlijk wordt hier weinig met geld omgegaan, enkel in de winkels en op het bevoorradingschip. Een snack is er niet en alles wordt geruild: groente,fruit, vis, vlees, diensten, enz...
De winkeliers mogen geen alcohol verkopen, de locals bestellen het rechtstreeks aan het bevoorradingschip of aan familie of vrienden die het voor hen op de boot zetten. Drinken in het openbaar is ook hier verboden.
Het laatste bevooradingsschip was hier begin januari, toen de schoolvakantie ten einde liep en de oudere kinderen weer naar Tubuai (college) & Tahiti (lyceum) terugkeerden. Ondertussen zijn de meeste rekken in de kleine magasins leeg. Geen coca cola meer, tabak, enz... het is wachten op nieuwe voorraad tot eind maart, wanneer de kinderen weer terugkeren voor de Paasvakantie!
Zelf komen de dames, Céline & haar dochter Lucie van de overkant, van het dorp ‘Area’. Er ligt 8 kilometer weg op het eiland, van het ene dorp naar het andere. Er is ook een bootje dat gratis tussen de twee dorpen over het meer pendeld. Voor de schoolkinderen is er een speciaal bootje en schoolbus. De dames vertellen over de grote broodbakovens die in verschillende getalen, verdeeld over het eiland staan en waar iedereen zijn eigen brood, gebak, pizza, kip, enz... gaat bakken. Ze beloven ons ‘Pain de Rapa’ (brood van Rapa, een soort lange sandwichachtige broodjes) te maken op vrijdag. Tijdens ons gezellige kennismaking stopt er een pick-up met een laadbak vol bananenkammen, we mogen er één uitzoeken. Wat een verwelkoming 🍌😋. En een visser geeft ons twee dorades 🐟🐟. Ons Dinghietje ligt al vol, nog voor we goed op weg zijn... WoW, ‘we vallen hier met ons gat in de boter’!
Jammergenoeg is alles gesloten wegens ‘la grève’ (=staking voor oprekken van de pensioenleeftijd van 60 naar 62 jaar).
We treffen de burgemeester, politieagent, stakers & vakbondsafgevaardigden voor het gemeentehuis. Er staat een grote tent, waaronder ze rond lange tafels zitten en zich bezig houden met scrabble, kreukels & andere kleine schelpen worden doorboord, voorzien van een gaatje & aan elkaar geregen tot kettingen, vlechten & weven van stroken voor hoeden & tassen te maken. De Austral archipel is befaamd om haar met palmboom- & bamboeschors (pandanus/ kakae/kahiaka) verweven strohoeden en tassen. Deze ambachtelijke accessoires zijn uniek van hier. Het materiaal wordt eenmaal per jaar geoogst, daarna wordt het gedroogd en verwerkt gedurende het jaar. Er is een petanquewedstrijd en de rook & geur van allerlei lekkers op de BBQ laat het hele gebeuren op een feest lijken.
BBQ-en gebeurt in Frans Polynesië gewoon op een rooster boven een gehalveerd vat, zoals vroeger bij ons. Hier geen thermometers of andere snufjes om de juiste cuisson te bepalen 😉.
Meteen ‘moeten’ we mee aanschuiven en maken we kennis met allerlei nieuwe smaken, gerechten en specialiteiten van de Australs & Rapa: taro (=een zwarte aardappel die in de velden in terrasvorm, zoals rijstvelden, onder water staan & groeien), poi poi (=puree van taro), papegaaivis, zalm, dorades, kip, venusschelpen, poisson cru, sla, waterkers, verse guave & frambozen sap, bananpannekoeken (met maniokmeel), banantaart, enz...
We ontmoeten bijzondere mensen, hebben leuke babbels en worden meteen opgenomen in de gemeenschap. Al snel ‘staken’ we uit sympathie mee en nemen deel aan de activiteiten. Onze namen komen op de petanquewedstrijd-lijst. En voor we het weten staan we in de halve finale, terwijl ik het nooit echt, na mijn kindertijd, gespeeld heb! Ik scoor onverwacht punten...
Terwijl the Captain overrompeld wordt met gps-en en het instellen van coördinaten van de ondiepere vlaktes voor de vissers, prik ik gaatjes in de schelpen. Elke dag groeit de tafel met gerechten en doet ook Zensation zijn bijdrage. Andere gerechten & andere smaken voor de locals, die ze niet kennen of gewoon zijn, dit zorgt steeds voor een lege pot 😜. Zo hebben we het graag.
Elke dag krijgen we allerlei lekkers mee van de bewoners en elke avond komt Marco aangevaren met nog meer lekkers. Zo eten we langoesten 🦐...mmm... dat is weer even geleden. De vriezer zit vol met dorades, langoesten en zelfs een halve eend. Aubergines, komkommer, avocado’s, sla, waterkers, citroenen en bananen stapelen zich op!
Voor en na de gemeenschapsactiviteiten nemen we de tijd om meer van het eiland te zien. Het weer is mooi en de temperaturen aangenaam. Van valwinden of acceleratie zones merken we niks op de ankerplaats. We boffen met het weer hier. Het kan hier snel verkeren...
Voor dag & dauw vertrekken we met ons ontbijt op zak voor een wandeling in de bergen op zoek naar restanten van een fort. De meeste forten zijn nu overgegroeid en ingestort er zijn er slechts enkele bereikbaar. Een steile klim van een klein uurtje brengt ons, langs een redelijk gekortwiekt onderhouden pad, naar één van de dichtstbij gelegen forten. In de harde kleigrond zijn hier & daar zelfs treden gemaakt en we stappen ook op een natuurlijke wenteltrap. Grappig & knap dat ze hier zoveel werk in steken en dat alles voor enkele rotsblokken. Er is dan ook héél wat inbeelding bij nodig om in de enkele restanten van rotsen een fort te herkennen. Om ons heen zien we restanten van forten van andere clans, strategisch geplaatst boven op de scherp gepiekte vulkaantoppen. De clan die dit fort gebruikte had een prachtig overzicht over de baai en de heuvels rondom tot ver in de, nauwelijks toegankelijke, baaien aan de andere kant van het eiland. Nu, een ruime eeuw later, zitten hun nakomelingen in de coöperatie, de strijdbijl is begraven. Het eiland wordt gerund door deze coöperatie en gezamenlijk bedrijven ze land- & tuinbouw, bezitten ze & hoeden ze het vee, vangen vis en drijven een winkel & kopen voorraad in. Deze vreedzaamheid zorgt voor een relaxte sfeer op het eiland.
We nuttigen ons ontbijt en bewonderen de omgeving. De vulkaanwanden rond om ons heen zijn stijl. Het zicht over de grote baai is adembenemend! 360° postkaart-uitzichten & panorama’s branden op onze netvliezen. De begroeiing van varens, varenpalmen, struiken en dennenbomen passeren ons pad of verdwijnen in een dal. In de verte horen we een rivier stromen. Op de terugweg plukken we rode guaves (=een rozenbottelachtige vrucht, die zich prima leent om los te eten, als confituur, compote of sap) & frambozen. In de rivieren zien we palingen tussen de stenen glibberen. The Captain glibbert er bijna één achterna, wanneer hij op een vlakke gladde steen uitglijdt en op zijn zitvlak terechtkomt 😱.
Aan één van de vele kranen die langs de hoofdweg staan, waaruit water van één van de vele waterbronnen komt, wrijven we onze wandelschoenen moddervrij.
Met Alexander, verantwoordelijke van de technische dienst, bezoeken we de eilandmagazijnen, waar we de machines, schoolbus, e.d. aanschouwen. Alsook het afvalsorteercentrum bevindt zich hier. Er wordt gestreefd naar een ecologisch verantwoord eiland.
Trots toont Alexander ons de in beton vervaardigde blok voor het maken van een moering. Dit was een idee van voorgaande jachties om het koraal te beschermen, alsook ons anker & -ketting. De bodem van het kratermeer ligt vol met koraalplateaus & bommies.
Enkele dagen later komt Alexander aan boord en stellen we Zensation met haar dieptemeter (dat hebben de vissersboten niet) ter beschikking voor het afschuimen van het meer op zoek naar enkele mogelijke plaatsen om meerboeien te leggen. Zo dragen we ons steentje aan de gemeenschap bij voor de vrijgevigheid en warm onthaal. Bij het ophalen van de ankerketting gaat het al meteen mis: ze zit vast! Even manoeuvreren en ze is weer los, de fender komt gehavend boven water. Ook de haak van de visboei is geraakt... moeizaam halen we stukje voor stukje de 80m ketting op. Telkens raakt ze weer ergens aan vast. We kunnen niks in het onheldere water zien! Meteen ziet & ervaart Alexander het voordeel van het plaatsen van meerboeien. Op een slakkentempo varen we de lagoon rond en tasten voorzichtig de bodem af, zo vinden we enkele spots die maximum 10m diep zijn. Coördinaten worden genoteerd en een steen met lijn & bus worden te water gegooid als markering. Op onze plotter zijn er allemaal rare slangetjes te zien, van de wirrewar van vaarroute, op zoek naar een spot... Niet makkelijk met kaarten die niet kloppen, maar we hebben ons best gedaan. Nu is het zaak dat er iemand naar snorkelt, om te checken hoe groot het plateau is en of er betonblokken op kunnen geplaatst worden. Benieuwd hoe dit afloopt. Duiken zou idealer zijn, maar er is geen duiker of duikmateriaal op het eiland beschikbaar. Hopelijk komen er nog enkele jachties die duiken en hun vaardigheid & materiaal ter beschikking stellen om dit project verder te begeleiden.
Na de zoekactie meren we af aan de grote kade, naast de elektriciteitscentrale. We willen het risico niet lopen om bij vertrek, morgenvroeg, vast te zitten op 20m diepte, zonder een duiker die ons anker & -ketting kan bevrijden. Meteen krijgen we bezoek van enkele kinderen die graag de boot binnenin willen zien. Na een rondleiding & wat lekkers krijgen ze van the Captain nog visdraad & -haakjes en beginnen meteen te vissen, langs de kade, zoals iedereen dat hier doet.
In het gemeentehuis leveren we het ‘gouden gastenboek’ af aan de burgemeester, waarin we mochten schrijven (collage & papierenbootje bijgeplakt) en van de enige politieagent, Alain krijgen we nog een afdruk van de twee ‘Rapa’ stempels. We laten pakjes lolly’s & snoepjes achter voor de schoolkinderen en nemen afscheid. Door de staking kunnen we jammergenoeg geen gebruik maken van de WiFi in’t gemeentehuis, bewoners bieden ons hun WiFi-netwerk thuis aan om recente weerberichten op te halen.
Tussen de buien door varen we naar Area, het dorp aan de overkant van de lagoon. Hier staan enkele huizen, een kerk, winkel, broodoven en prieel. Céline & Lucie staan ons al op te wachten en schenken ons zes ‘Rapa broden’. We plukken nog enkele vijgen en nemen ook hier afscheid.
De avond valt en onweer kondigt zich in de verte aan, regen valt in bakken uit de lucht, de watertank loopt al snel over. Zensation wordt, door de aanhoudende regen, pas ‘s morgens vaarklaar gemaakt. Het is een komen & gaan van mensen die nog even dag willen zeggen en wat lekkers geven voor onderweg.
Het is niet makkelijk om deze unieke geïsoleerde plek met super vriendelijke & vrijgevige bewoners te verlaten. Maar een weervenster biedt zich aan en die willen we nemen om niet het risico te lopen hier weken vast te zitten door een laag drukgebied, die hier vaak voorkomen.
We voelen ons vereert dat we ‘Rapa Iti’ hebben kunnen bezoeken & beleven
‘We zijn hier ‘meer’ dan met ons gat alleen in de boter gevallen’!
De lat is hoog gelegd voor de andere Australeilanden die we nog plannen te bezoeken 😉.
Hopelijk is het weer onderweg beter dan de voorspellingen en vangen we onderweg naar ‘Raivavae’ nog eens een visje...🤞🏽🤞🏽 dat het nog eens mag lukken 🎣.
Ondertussen hebben we weer kennisgemaakt met een andere Frans Polynesische taal, nml.: het ‘Australs’.
Enkele woorden Australs:
Goede dag: aronga
Dank je wel: tongia