Zaterdag, 7 - vrijdag, 13 juli ‘18 (UTC -10u = -12u tijdsverschil met BE(=UTC
+2u)!)
We zijn aangekomen in een nieuwe eilandengroep in de Stille
Zuidzee, nml.: de Cookeilanden (Engels:
“Cook Islands”, in’t Māori (Polynesische taal): “Kūki ‘Āirani’ “). Het is een
archipel van 15 eilanden in de Grote Oceaan (Oceanië). De hoofdstad van de
Cookeilanden is ‘Avarua’ op het hoofdeiland ‘Rarotonga’. De 15 eilanden hebben
een totale landoppervlakte van 236 km² en liggen verspreid over een
zeeoppervlak van 2,2 miljoen vierkante kilometer oceaan (= oppervlakte zo groot
als India!). De eilanden zijn onderverdeeld in twee groepen: de Zuidelijke
Cookeilanden, waarop de bevolking van ongeveer 10.000 (waarvan 90% van
Polynesische oorprong, de resterende 10% Europees en Aziatisch) grotendeels is
geconcentreerd; en de Noordelijke Cookeilanden. De negen Zuidelijke
Cookeilanden (Manuae, Atiu, Mangaia, Mauke, Mitiaro, Palmerston, Takutea,
Aitutaki, & Rarotonga) zijn in verhouding hoger en jonger dan de zes
Noordelijke (Manihiki, Pukapuka, Nassau, Rakahanga, Suwarrow & Penrhyn’),
die alle atollen zijn. Ook onder de Zuidelijke Cookeilanden bevinden zich
enkele eilanden die feitelijk een atol zijn (* meer hier over zie onderaan).
Het hoogste punt van de Cook Eilanden is de ‘Te Manga’ (652 m) die zich op het
hoofdeiland ‘Rarotonga’ bevindt. De Cookeilanden liggen op de grootste
tektonische plaat van de wereld. Geologisch gezien, zijn de oudere Noordelijke
Cookeilanden alle geëvolueerd in atollen zonder ondergrondse grotten. Al deze
atollen liggen op het onder water gelegen Manihiki Plateau, dat op zo'n 3000
meter diepte ligt. De Zuidelijke Cookeilanden, die jonger zijn en ongeveer 90%
van de totale landoppervlakte bedekken, hebben een vulkanische oorsprong.
Volgens legenden arriveerden de eerste Polynesiërs op de
Cookeilanden per kano vanuit Frans Polynesië in 1200 AD. Maar opgravingen
duiden erop dat de Cookeilanden al in de zesde eeuw voor het eerst bevolkt
werden door Polynesiërs, die vanuit het zuidoosten, uit het nabijgelegen Tahiti
migreerden. Van oorsprong zijn de bewoners nauw verwant aan de ‘Maori's’. De
eerste Europeaan, die de Cookeilanden ontdekte, was de Spaanse
ontdekkingsreiziger Alvaro de Mendaña. De Spanjaarden waren in die tijd meer
geïnteresseerd in een snelle route tussen Peru en de Philippijnen, dan in
kolonisering van de eilanden. Het was captain James Cook, die op z'n
ontdekkingsreizen door de Pacific, in 1773 en 1777 de eilanden in kaart bracht.
Hij noemde de eilanden de ‘Hervey Islands’. Hoewel Captain Cook enkele weken in
het gebied verbleef, miste hij Rarotonga. Dit eiland werd enkele jaren later
waargenomen door captain William Bligh van de Bounty (nog voor de muiterij) en
werden de eilanden uiteindelijk zelfs bezocht door de muiters van de Bounty
(enkele weken na de muiterij). De Russische cartograaf, John von Krusenstern
gaf de eilanden, ter ere van Cook, omstreeks 1820 de naam "Cook
Islands".
In de late 19-de eeuw dreigde Frankrijk vanaf Tahiti de
Cookeilanden te koloniseren. De Cook-eilanders zochten bescherming bij de
Engelsen. Op 4 augustus 1965 werden de Cookeilanden onafhankelijk. Door middel
van een vrije associatie zijn de eilanden verbonden met Nieuw Zeeland en hebben
alle inwoners een Nieuw Zeelands paspoort.
De lokale taal is het Cook Islands ‘Maori’. Deze taal heeft
veel gelijkenis met andere Polynesische talen. Engels is de tweede taal, die
door vrijwel alle inwoners wordt gesproken. Dus even weer wat anders na meer
dan een jaar Frans gesproken te hebben... Maar ook elk eiland heeft een dialect
= ‘Island Lingo/Reo’, hier in Penrhyn/Tongareva = Tonagareva lokale taal.
Volgens de reisgidsen & pilots, dobberen de
Cookeilanders het liefst de hele dag op zee, praten, eten en drinken wat. Alles
gaat er relaxed aan toe. De eilandbewoners zeggen zelf: “Er is hier zo weinig
te doen, dat je je niet schuldig hoeft te voelen als je niets doet.”
Op veel gebieden zouden de Cookeilanden overeenkomen met het
naburige Frans-Polynesië: het landschap, het weer en de warmte &
hartelijkheid van de mensen zijn op beide archipels nagenoeg vergelijkbaar. We
zijn benieuwd!
We hebben gekozen om naar het meest noordelijke eiland van
de archipel te varen, omdat we graag van de ‘meest genomen route’ afwijken,
hier slechts weinig cruisers komen (10 à max. 15/jaar), vanwege het weer en de
route & eilanden die we nog willen varen & bezoeken. Onze NL-vrienden
van Acapella & Bella Ciao, waren niet van plan deze kant uit te gaan, maar
het weer besliste voor hen... dus liggen we hier gezellig met z’n drietjes in
de lagoon.
Het eiland ‘Penrhyn’ is een enorm groot atol (90 km²: 24km
lang & 14km breed), het heeft een omtrek van 77 km en een landoppervlakte
van 9.84 km². Het ligt op de hoogste onderwater vulkaan van de Cookeilanden,
die 4876 m onder het oceaan oppervlak ligt. Het hoogste punt van het atol is
nog geen 5m boven het zeeniveau, hierdoor is het erg kwetsbaar voor de stijging
van de zeespiegel.
‘Penrhyn’ behoort tot de afgelegen noordelijke groep van de
Cookeilanden, dat slechts sporadisch wordt bezocht door toeristen. Penrhyn (ook
wel ‘Tongareva, Mangarongaro, Hararanga & Te Pitaka’) is het grootste en
meest afgelegen atol van de Cookeilanden en bevindt zich 1365 km ten
noordoosten van het hoofdeiland ‘Rarotonga’, op zo'n 9 graden ten zuiden van de
evenaar. Er is slechts sporadisch een vlucht (via ‘Manihiki’) tussen
‘Rarotonga’ en ‘Penrhyn’.
Het Penrhyn atol heeft twee dorpen: het hoofddorp ‘Omoka’,
hoofd van de Penrhyn eilandraad, bevindt zich op het eiland/motu ‘Moananui’, in
het westen van de atol; en het dorp ‘Te Tautua’ ligt op het eiland/motu
‘Pokerere’, ten oosten van het atol. Op Penrhyn wonen ca. 350 mensen, verdeelt
over de twee dorpen. Veel jonge gezinnen trekken naar ‘Rarotonga’ of ‘Nieuw
Zeeland’ in de hoop op werk en inkomen.
Het anker valt tussen heel wat koraal voor het hoofddorp
‘Omoka’, we krijgen niet de tijd om te checken of het anker vast zit of alle
lijnen op te schieten, of we worden reeds overrompeld door een aluminium bootje
dat onze dame haar romp ramt, met twee beambten erin! Andrew:
migratie/gezondheidsinspectie & Ben: douane/politie komen op blote voeten
(wat een pluspunt +!) aan boord. Ze heten ons warm welkom en maken een gezellig
praatje, terwijl wij een hele resem documenten invullen. Hun Engels klinkt
aangenaam en hun stopwoordje ‘Hey’, klinkt grappig & vertrouwd van NZ
series & films. Officieel mag er geen vers voedsel binnengebracht worden,
maar zolang het aan boord blijft en we op alle papieren ‘NIL’ (=nul/géén)
invullen, is er geen probleem ;-). Verdere details en hoeveelheden van voedsel,
planten, alcohol, enz... moeten we allen als ‘NEEN’ of ‘NIL’ aankruisen, niet te
eerlijk zijn, ze halen niks weg, doen niet moeilijk, relax... ze drinken
terwijl een sapje en praten erop los. Het gastenboek, dat sinds 1987 in gebruik
is, wordt door ons ingevuld. Er zijn sinds die tijd geen Belgen geregistreerd.
Er was wél een boot die onder Belgische vlag vaarde, maar de eigenaars &
crew waren Fransen, dus dat telt niet! (=Valse Belgen die omwille van
goedkopere bootregistratie voor België kiezen en daardoor onder Belgische vlag
varen, zo varen er veel Spanjaarden & Fransen rond!). Met slechts 10 à
maximum 15 boten per jaar die hier naar toe komen, omdat het niet op de ‘route’
ligt, en wij als eerste Belgen het boek intekenen, voelen we ons toch een
beetje als de vroegere ontdekkingsreizigers... zouden we echt de eerste
‘Belgen’ zijn die hier voet aan wal zetten?! Alleen al bij de gedachten krijgen
we kippenvlees...
We krijgen informatie over een bezoek aan de kerk tijdens
een dienst op zondag. Want op zondag is het verboden om iets te doen (zowél
voor de bewoners als voor ons): spelen, zwemmen, vissen, snorkelen, varen,
enz., uitgezonderd naar de mis gaan en daarna bij iemand gaan eten.
Bij de vraag waar we wat kunnen eten of drinken en internet
scoren, krijgen we een luid gelach! Niet op dit atol, geen snack, geen bar of
restaurant. Voor internet moeten we een voucher kopen bij Blue Sky en die is
pas maandag om 10u open. Online lukt het niet...
Dan komt het minst leuke onderdeel van het inklaren:
betalen! Na meer dan een jaar gratis van archipel naar archipel & van
eiland naar eiland te hebben gevaren in Frans Polynesië, is het vanaf nu weer
betalen bij het in- & uitklaren!
Aan Andrew moeten we 20 NZ$ (gezondheidsinspectie) & 10
NZ$ (biosecurity: insecticidespray, zoals ze in de cabine van een vliegtuig
spuiten, waarvan hij een ienimienie pufje in de boot spuit!); aan Ben betalen
we 90,50 NZ$ (= 40 NZ$/paspoort + 2,50NZ$/dag voor de boot). In totaal dus
120,50 NZ$. We hebben wél een probleem, namelijk dat we geen NZ$ hebben. Vooraf
hebben we hier niet bij stilgestaan en voor ons vertrek in Tahiti & Bora
Bora hebben we nog een aantal banken bezocht, maar nergens konden we het geld
verkrijgen. Er wordt verwacht van ons dat we meteen betalen. Er is wél een bank
(kantoortje) in het dorp, maar die is gesloten (zaterdag) en heeft geen ATM of
wisselt geen geld. Dan maar met Amerikaanse dollars betalen. Wat is de
wisselkoers? Ze rekenen: 1 op 1! Excuseer: dat is bijna 30% extra dat ze
krijgen!!! Ik toon hen screenshots van de wisselkoersen, maar ze zeggen dat ze
het niet weten, terwijl ze het zwart op wit (=zelfs in kleur op de smartphone)
zien en ze hebben hier ook internet waarop ze dagelijks de wisselkoers kunnen
bekijken! Er valt niet over te onderhandelen! Nou, daar houden we toch een
wrang gevoel aan over!
In de havenkom ligt een vrachtschip. Er komen twee
verschillende vrachtschepen met goederen: één om de drie (van Rarotonga &
NZ) en één om de zes maanden (van Hawaï). Volgens de beambten liggen we te
dicht bij de vaargeul voor het vrachtschip en moeten we ons verplaatsen. Maar
aangezien die pas maandag vertrekt en het ondertussen bijna donker wordt en we
morgen (= zondag) niks mogen doen, zal het tot maandag moeten wachten.
De nacht verloopt choppy, de ankerplek is niet ideaal met
deze wind, de windgolven bouwen zich op in de grote lagoon... gisteren was het
te laat om nog te verkassen naar de overkant van de lagoon, naar het andere
dorp en vandaag mogen we niet, zondag, weet je nog!
Een dinghytochtje is ook een uitdaging, door de windgolven
zullen we het niet droog houden. Zullen we dan de kerkdienst maar overslaan?
Het zou blijkbaar hier toch wél een heel aparte gebeurtenis zijn en dat willen
we eigenlijk wél eens zien. Dus snel wat aangepaste kleding die aan de
voorschriften voldoen (= dames: lange jurk met mouwen en een hoed; heren: lange
broek met hemd; Slippers mag) uitzoeken en snel Sensationtje optuigen &
lanceren. Met een K-way overaan, varen we de golven tegemoet. We komen redelijk
droog toe en wandelen door de straat naar de kerk. Ben komt op zijn scooter ons
achterna met een prachtige hoed van witte voile, maar als hij mijn hoed ziet,
krijgt die haar goedkeuring. Onze eerste stappen op het eiland en indrukken
volgen, er rijden slechts enkele auto’s, we zien vooral 4-takt scooters.
Iedereen zwaait en roept ‘good morning’. Andrew zit bij de kerk onder een
palmboom met enkele andere bewoners. We worden voorgesteld en komen meer te
weten over het eiland, bewoners en inkomstenbronnen (met ‘rito’, kokosvezel die
ze koken, weven ze hoeden, waaiers, matten, juwelen, enz, alsook met gepolijste
schelpen, dat allemaal naar het hoofdeiland ‘Rarotonga’ (waar toerisme is)
worden verscheept en daar verkocht worden). De secretaris van de kerk, Ru, zegt
ons wanneer we naar binnen moeten, vertelt ons over de Anglicaanse kerk en
meldt ons dat we in de kerk niet mogen fotograferen. Een meerderheid (75%) van
de inwoners is aanhanger van de Cookeilandse Christelijke kerk, terwijl de
overige 25% de Katholieke kerk aanhangt.
In de verte horen we trommels & blaasinstrumenten, de
brassband komt eraan,
We mogen de brassband nog even zien toekomen en een foto
maken, maar dan moeten we snel voor hen naar binnen, Andrew wacht ons reeds op
en leidt ons naar een plaats. Dan komen de boys-& girls-brigade en gidsen
binnen, ze lijken wel op padvindertjes, allen mooi in uniform. Bij de laatste
bel komt de priester. Achter ons zitten dames in prachtige kleurrijke jurken en
fleurige hoeden. Voor ons zitten de boys-brigade en rechts de gidsen &
girls-brigade.
Ru opent de dienst met enkele woorden ‘Maori’ en heet ons
speciaal in het Engels welkom. Veel wordt er niet gesproken tijdens de dienst,
we begrijpen ook niks van het ‘Maori’s’, maar genieten des te meer van de mooie
klanken van de vele liederen die zelfs drie stemmig gezongen worden. Ook de
dominee bedankt ons nog eens extra in het Engels en wenst ons een veilige
verderzetting van onze reis. Na de dienst maken we nog een praatje met
verschillende mensen, alsook met de havenmeester, die ons nog eens meldt dat
het vrachtschip maandagnamiddag vertrekt en we in de vaargeul liggen.
De dinghytocht terug verloopt wat wilder & natter. We
stoppen nog snel bij Acapella voor een stuk Mahi Mahi, die ze gevangen hebben.
Druipnat arriveren we weer aan boord. Dat wordt douchen met kleren aan! We
wassen het zout uit onze haren & kleren... tot zover dat we NIKS mogen doen
op zondag!
Oeps ondertussen is het reeds namiddag, we waren al om 9u
aan wal, 10u15-11u15 kerkdienst (gestart met vertraging van een
studentenkwartiertje), nog wat praatjes, een Acapella stopje en weer aan boord
iets voor 13u! Dat wordt meteen maar lunchen en het ontbijt overslaan...
‘s Nachts trekt de wind verder aan en de windgolven &
deining worden groter. Onze dame gaat wild op & neer! De ankerketting en
het touw met haak (die de ankerwinch ontlast) zien af, ze kraken & snokken!
Slapen zit er niet echt in en regelmatig gaat één van ons een kijkje nemen
buiten. Iets voor vier uur sta ik net op de trap om weer even te gaan kijken,
wanneer ik plots een knal hoor! Wat is dat?!
Meteen staan we met z’n twee buiten om te kijken. Dek- &
kuiplichten gaan aan. Het touw met de haak is doorgeknakt: haak weg! Meteen
halen we een nieuwe haak onder het bed vandaan en wordt ie aan een ander touw
gedaan... we zijn er even zoet mee. Een extra lijntje wordt voorzien aan de
haak en vastgemaakt aan de reling, als het touw weer knakt, kunnen we zo de
haak nog redden! (Dit had ik reeds meerdere keren geopperd, maar ja... ). We
zijn moe en de choppy ligplaats beu! Zouden de anderen slapen, zou iemand onze
nachtelijke bezigheden hebben opgemerkt? Hopelijk houdt de ketting het uit.
Zelf doen we geen oog meer toe en zijn we blij wanneer het eindelijk licht
wordt.
Maandag, we willen een internet-voucher en dus zorgen we dat
we tegen 10u aan het Blue Sky-kantoortje zijn, dat op twintig minuutjes
wandelen aan de andere kant van het dorp ligt, bij het zonnepanelenpark &
de elektriciteitscentrale. Hier geen brullende generator die op stookolie
draait zoals in Frans Polynesië. De mensen zijn hier milieubewust bezig en willen
alles biologisch vriendelijk maken: auto’s & scooters gedreven op
zonne-energie.
Bij de vriendelijke dame van Blue Sky zouden we NZ$ kunnen
bekomen, maar haar man, die het allemaal regelt, is even naar het andere dorp,
dus kan het pas tegen vrijdag of maandag, als we weerkeren naar het hoofddorp.
Maar voor enkele US$ in krediet kunnen we reeds een internetvoucher verkrijgen.
Wat een service! En vanaf we internet hebben kunnen we via hun persoonlijke
mail, bij hen extra vouchers bestellen en met PayPal betalen, handig.
Onderweg krijgen we een lift van een man, die blijkbaar de
eigenaar is van het enige winkeltje op het atol. Het winkeltje bestaat uit
allerlei verschillende kamertjes die voor ons geopend worden. Wat we zien is
een warreboel en onoverzichtelijke stapels. Vooral tweedehandskleding, wat
blikvoer en een vriezer vol met vlees heeft hij te koop. Flessen drinkwater
heeft hij niet, ze filteren & koken hun regenwater en vriezen het in...
nou, dan zullen we dat vanaf nu ook moeten doen. Ik pas een prachtige geweven
hoed en als ik naar de prijs vraag, zegt hij:’ een kado voor jou’, samen met
nog verse citroenen uit zijn tuin, brengt hij ons tot aan het dok. Wat een
lieve, vrijgevige man!
We hebben wat we willen en halen met zijn drie meteen anker
op om koers te zetten naar het andere dorp, ‘Te Tautua’ in het oosten van het
atol.
*Meer over de geologie van de 15 Cookeilanden:
In de Cookeilanden komen vijf soorten eilanden voor: Hoog
eiland (een eiland met vulkanische oorsprong): ‘Rarotonga’ (het hoofdeiland);
Laag eiland (een eiland dat ontstaan is als gevolg van sedimentatie op een
koraalrif of door opheffing, zoals bij een "Raised Atol"): ‘Atiu,
Mangaia, Mauke & Mitiaro’; Zandbank (een klein eiland of motu, dat gevormd
is uit zand en koraal): ‘Nassau & Takutea’; Bijna Atol (= een atol, die nog
niet volledig gevormd is): ‘Aitutaki’; Atol (een ringvormig eiland van koraal,
dat ontstaan is door relatieve zeespiegelstijging & landerosie): ‘Manihiki,
Manuae, Palmerston, Pukapuka, Rakahanga, Suwarrow & Penrhyn’
Het betaalmiddel op de Cookeilanden is de New Zealand
Dollar:
De regering van de Cookeilanden geeft Cook Island Dollars
uit (zeer kleurrijke biljetten en vreemdvormige munten), met een zelfde waarde
als de Nieuw Zeelandse dollar, NZ$, die ook als wettig betaalmiddel worden
geaccepteerd. Er zijn munten van 5, 10, 20 & 50 Cents, 1 & 2 NZDollar.
Bankbiljetten zijn er van 5, 10, 20, 50 & 100 NZDollar.
Wisselkoers:
1NZ$ = 0,58€, (1€= 1,72 NZ$)
1US$ = 0,86€ (1€= 1,15 US$)
1NZ$ = US$ (0,6726US$= NZ$)
totaal $120,50 NZ =69,94€ =81,047 US$!