Maandag, 16 - mandag, 23 juli ‘18 (UTC -10u = -12u tijdsverschil met BE(=UTC +2u)!)
‘Suwarrow’, ook ‘Suvorov’ & ‘Suvarov’ genoemd, is een onbewoond atol dat onderdeel uitmaakt van de noordelijke eilandengroep van de archipel Cookeilanden. ‘Suwarrow’ was onbewoond toen het werd ontdekt door het Russische schip "Suvorov" op 17 september 1814. Het schip was vernoemd naar de Russische generaal Alexander Vasilyevich Suvorov, die als "Suwarrow" in Lord Byron's epische gedicht Don Juan verscheen.
‘Suwarrow’ is een plekje dat altijd al hoog op onze ‘stopplaatsen’-lijstje stond. Niet alleen omdat het een prachtig natuurpark is, maar omwille van verhalen die we lazen van andere cruisers en een artikel in het maandblad ‘Zeilen’. Dit atol is ook bekend geraakt vanwege Tom Neale, een Nieuw Zeelander, die tussen 1952 & 1977 er zich, met tussenpozen, voor jaren terugtrok. Een kluizenaar ‘pur sang’. Hij schreef hierover en bracht het boek uit: "Een eiland voor je alleen" (origineel: 'An island to oneself'); van en over de man die dit eiland op de kaart zette en er een magisch eiland voor zeilers van maakte toen hij als kluizenaar op ‘Suwarrow’ woonde.
Nu is het een populaire stop voor westgaande jachten, er komen gemiddeld 140 plezierjachten per jaar. Tom Neale wordt wereldwijd aanbeden en mensen ondernemen hele avonturen, om "zijn eiland" Anchorage Island, waar Zensation nu voor ligt te dobberen, dat enkel per boot te bereiken is, te bezoeken.
Het ringatol ‘Suwarrow’ heeft een doorsnede van circa 10 zeemijl. Op de randen vol koraalriffen liggen met regelmaat kleine lage (max. 5m hoog) zand-,palm- & koraaleilandjes=motu’s, meestal niet veel langer dan een paar honderd meter en slechts enkele tientallen meters breed. Een blauwe lagoonvlakte in verschillende nuances ligt ingeklemd tussen de riffen en eilandjes, de oceaan buldert op het rif. In 1942 deed een orkaan 16 van de 22 motu’s/eilanden, waaruit het atol bestond, onder water verdwijnen.
Momenteel wonen er zes maanden per jaar (mei - oktober) twee parkwachters/rangers op ‘Anchorage Island’, het grootste eiland/motu van het atol, om een oogje in het zeil te houden. De parkwachters worden door een bevooradingsschip hier afgezet met wat materiaal & proviand voor tijdens hun verblijf. Er is hier geen vliegveld of landingsbaan, ze zijn afhankelijk van de natuur, hun proviand en de vrijgevigheid van passerende jachties.
Nadat we geankerd zijn roepen we de rangers via VHF kanaal 16 op en even later komen ze langs de gearriveerde boten om de nodige documenten in te vullen en het parkgeld te ontvangen. De andere reeds aanwezige cruisers komen zich ondertussen even voorstellen en Hanny & Jakob (SY Jonas) komen meedelen dat we onze aankomst met een sundowner op het strand gaan vieren. Onverwacht zijn de vier NL-stalige buddy-boats hier weer herenigd. Ondertussen komt er nog een boot toe.
Harry & John komen blootsvoets aan boord en heten ons vriendelijk welkom. Aangezien onze bootbuddies al ingeklaard zijn, hebben ze reeds ondervonden dat we alle drie de verkeerde documenten hebben meegekregen vanuit Penrhyn... Parkwachter Harry zucht als hij ons document ziet. “Tja, hetzelfde verhaal als bij Acapella & Bella Ciao! We lossen het wél op bij jullie vertrek.” Ze zitten aan onze kuiptafel en er worden enkele formulieren ingevuld. Ondertussen vertellen ze honderduit over hun werk. “Het accent ligt steeds meer op natuurbeheer en gastheerschap,” legt Harry uit. “Vroeger konden zeilers veel meer hun gang gaan hier. Nu zijn er regels waar iedereen zich aan moet houden. Kokosnootkrabben of langoesten vangen, duiken in de pas, kitesurfen, jetskieën of het bezoeken van andere eilanden mag allemaal niet meer. Maar dan blijft er nog genoeg over,” grijnst hij. John somt rustig de regels van het ‘natuurreservaat’ op. Vooral niet vissen van je boot of in de lagoon en geen visresten of ander voedsel overboord gooien, zodat je geen agressieve haaien lokt en de lagoon een veilige zwemzone blijft. Het parkgeld bedraagt: 50 US$ of 70NZD, dat is een eerlijke wisselkoers. Hoe komt het dat ze het hier, in the middle of nowhere zonder internet of wat dan ook, wél kunnen hanteren en in Penrhyn niet?!
Wanneer we op het strand toekomen, zien we dat onze NL-vrienden de plaats hebben versierd met vlaggetjes & ballonnen: een verrassingsfeestje voor the Captains verjaardag. Leuk. Ook de andere cruisers komen meevieren, allen hebben ze wat lekkers bij en een kadootje voor het feestvarken. De parkrangers klinken mee, de jarige mag de kaarsjes op de verjaardagstaart (de zelfgebakken appeltaart à la Zensation) uitblazen & een wens doen. Een passerend ISS-station maakt er een extra ‘speciale’ avond van op dit unieke plekje in de Pacific. Zo’n verjaardag vergeet je nooit...
De terugtocht brengt wat hilariteit mee, aangezien het ondertussen laag water is en donker, moeten we allen een stukje peddelen en de bijboten naar dieper water voeren door de peddels af te duwen op de koraalbodem.
De toon is gezet voor de volgende dagen. Met z’n 17, van allerlei verschillende nationaliteiten (deze keer zijn de NL-statige in de meerderheid, nml.:8: 6NL-ers & 2 VL-gen), maken we er dagelijks een gezellige boel van en helpen elkaar met klusjes en dergelijke: rif- & eilandwandelingen, snorkeltrips, dingytochtjes, raamfolie-plaksessies (bij Acapella door the Captain), infosessie Nieuw Zeeland (met dank aan Margarita NZ), teakcleaning van onze kuip (door Captain), kappersmomenten à la Zenstation voor the Captain, Ellen (Acapella) en Ros (Tortuga)(heb ik een roeping gemist?! Hi, hi, hi,...), sundowners & pot lucks.
Bij laag water kunnen we op het rif wandelen en het prachtig kleurrijke koraal bewonderen. Met de onderwatercamera en een natte kont als kado van het opkomend getij & overspoelende golven, probeer ik het moois vast te leggen op beeld. Bruce (Margerita) maakt met zijn drone luchtfoto’s & -filmpjes. Het overkomend oceaanwater zoekt zich een weg tussen het uitgesleten koraal dat kronkelende diepe & ondiepe grachtjes vormen. In de ondiepte van de lagune schuiven de haaitjes zenuwachtig in de oceaanuitlopers terwijl ze hun weg proberen te zoeken naar diepere waterplassen, hun zwarte rugvin glinstert net boven het wateroppervlak. De intense blauw groene kleuren van papegaaivissen flitsen langs onze voeten voorbij. Straks als het water weer stijgt krijgen allen vissen weer hun vrijheid. In de poeltjes liggen ook zeekomkommers, we observeren hun mond met zwarte sprieten, een soort voelhoorns, deze zwiept druk en naarstig opzoek naar eten heen en weer.
Bij laagwater kunnen we het hoofdeiland ‘Anchorage Island’, met de klok mee ronden. Tussen & boven de bomen horen we het gekrijs en gekwetter van vogels, sommige maken rondjes boven onze rondturende hoofden. Ondertussen zoeken honderden krabbetjes een veilig heenkomen in één van de vele gaatjes in de grond, als ze ons horen. Hier & daar moeten we door het water stappen en ontdekken we murenen die zich verschuilen tussen de koraalblokken en nieuwsgierige zwartepuntrif- & grijze haaitjes die even dichterbij zwemmen, om er daarna schichtig vandoor te gaan.
Tijdens de dinghy- & snorkeltochten gaan we op zoek naar de reuze manta’s. De ene keer zijn ze er de andere keer niet. Plots ontdekken we een volledig zwarte manta: zowel boven- & onderaan, als binnenin ziet hij helemaal zwart, héél uniek volgens de rangers. Telkens als we deze immense dieren majestueus een paar meter onder ons zien zwemmen, vergeet ik soms, van bewondering, te ademen.
Enkele witte puntrifhaaien zwemmen rustig heen & weer. De dieren trekken zich niks van ons aan.
Tijdens de pot lucks hebben de parkwachters het naar hun zin, want het is een welkome aanvulling op hun redelijk magere & eenzijdige voorraad eten. Zeker omdat hun generator ‘Woe’ (genoemd naar het Chinees merk) het reeds enkele keren begeven heeft en hun kostbaar beperkt voedsel in de vriezer heeft ontdooid! De zeilers stoppen hen van alles en nog wat toe om te helpen. Van koud bier tot benzine, van groene thee tot een schroevendraaier, enz...
Harry is een professionele bakker, op zijn eiland Manihiki. Na wat aandringen is hij bereidt om ons (vooral de dames hebben hiervoor interesse) een kookdemonstratie ‘brood bakken’ te geven. Hij is hier extra vroeg (om 4u) voor opgestaan en heeft reeds een deeg voorbereid, zodat we de verschillende stappen kunnen zien van het bereiden & rijzen, zonder al te veel tijd te verspelen. Hij doet alle ingrediënten bij elkaar en legt stap voor stap uit wat we moeten doen. Zijn reeds voorbereid deeg moet nog een keer gekneed & gerezen worden. Ondertussen bereidt hij zijn oven. Hij steekt een stuk lege benzineton, die dienst doet als oven, aan met kokosnoten & palmboomschors. Hierop legt hij vulkanische stenen, die de warmte opnemen. Wanneer het andere materiaal opgebrand is, verwijderd hij de assen en zet de bakvormen met brooddeeg op de warme stenen en dekt zijn natuurlijke oven af met een aluminium plaat en enkele jutte zakken & dekens. Het nog te rijzen deeg geeft hij met iemand van ons mee om verder te bewerken en af te bakken aan boord. Ik ben de gelukkige (alhoewel ik het niet zo zie...) en voel de druk, wanneer we een uurtje later de gigantische broden uit de oven zien komen. We besluiten een brood- & belegcompetitie te houden en alles tijdens de sundowner te proeven! Door de grote & de hoogte van Harry’s brood te zien, ben ik bang dat het deeg zal overlopen in mijn oven en kies voor een grotere bakvorm, hierdoor wordt het brood breder, maar minder hoog. Toch is het geslaagd! Tegen zonsondergang staan er allerlei brood- & belegsoorten op tafel, o.a.: uit de broodmachine (Jonas), pan focaccia (Acapella), Harry’s brood, mijn brood (Harry’s deeg) + platbrood à la Zensation met ‘Dukkah à la Zensation’. Nog andere dips & beleg: eiersla (Mango), humus & lookolie (Bella Ciao), augurkensalade (Margarita) en paprika- & tonijnsalade (Tortuga). Alles is lekker en we smullen onze buikjes rond. Allen zijn we winnaars! Ik heb een banantaartje met vanillepudding & slagroom gebakken voor Harry & John, om hen te bedanken.
De heren stellen ons voor aan hun huisdier ‘King George’: een enorme knalblauwe kokosnootkrab. Formaatje basketbal met vervaarlijke scharen. Dit soort krabben klimmen een boom in om een kokosnoot te pakken. Die scharen maken korte metten met de harde bast van de kokosnoot en maken er een gaatje in, zodat ze het vruchtvlees eruit kunnen halen. ‘King George’ is niet van zins om in het donker in een boom te klimmen en kijkt wat zuur voor zich uit, hij wacht op zijn dagelijkse maaltijd waarvoor de rangers zorgen. “Willen jullie er nog meer zien?” is de retorische vraag. Tuurlijk. We lopen naar het huis van de parkwachters en daar wemelt het er van. Nachtjagers op zoek naar voedsel. Sommige zijn blauw, andere rood of oranje. Ze zien er allen om ter lekkerst uit, jammer dat we ze niet mogen opeten...
De rangers vertellen over hun tradities en tonen ons hun ‘begroeting’ in het Maori’s (Harry van Noordelijke, John van de Zuidelijke Cookeilanden). We zijn vereerd dat ze dit met ons delen.
De laatste avond nemen we traditiegetrouw met onze NL-buddies afscheid tijdens een borreltje. Bij het afscheid nemen van de andere jachties en het uitdelen van onze Mahi Mahi (plaats maken in de vriezer, zodat we een ander vers visje kunnen vangen), worden the Captain & ik onverwacht uitgenodigd voor het diner bij de Nieuw Zeelanders van Margerita, waar we van een lekker ijsje proefje gemaakt van een Nieuw Zeelandse vrucht. Een perfecte afsluiter ;-).
De volgende ochtend gaan vier van de acht boten anker op, ieder gaan we een andere kant uit, morgen verlaten de anderen ook dit adembenemend plekje. Maar ‘Suwarrow’ wil ons nog niet loslaten... de ankerketting zit vast. Martin (Acapella) springt met zijn snorkel &duikbril het water in en geeft ons aanwijzingen. De ankerketting zit rond een koraalrots gedraaid. Even wat manoeuvreren en we zijn los. We toeteren & zwaaien allen naar elkaar en bedanken de rangers & iedereen voor de onvergetelijke dagen op dit juweeltje.