Dinsdag,
31 juli - woensdag, 15 augustus ‘18 (UTC -11u = -13u tijdsverschil met BE(=UTC
+2u)!)
De
crew en kapitein van de vissersboot, waar onze dame tegen ligt, zijn heel
vriendelijk behulpzaam, ze helpen ons met het oversteken van onze lage opbouw
naar de hoge van hun schip en naar de kade. Hier staan reeds alle autoriteiten
op ons te wachten in hun grote Amerikaanse 4 wiel aangedreven open SUV’s,
voorzien van een Samoaans kentekenbord met een palmboom erop. Allerhande
documenten worden ingevuld en kopieën van paspoorten, crewlijst en
bootspapieren worden overhandig. Nog even langs deze bureau in het grote gebouw
op de kade, dan nog een andere bureau een trap naar beneden, dan weer twee
omhoog naar Port Controle, aan de andere kant van het gebouw weer een trap
omhoog naar een ander kantoor en bij de in-/uitgang nog even een papier
overhandigen en we zijn klaar! Op een dik uur hebben we alles rond en hebben we
een 30-dagen stempel/visa in onze paspoorten. Dit is even anders dan Amerika
zelf... hier is iedereen welkom zonder ESTA en zonder bootvisa!
We
nemen afscheid van de vissers en ze maken ons van hen los. In de ankerbaai
liggen enkele bekende boten & hun crew, ons anker valt en meteen krijgen we
bezoek. Ja, onverwacht treffen we hier weer vrienden die we niet dachten meteen
weer te zien en zij hadden ons hier helemaal niet verwacht!
‘Amerikaans
Samoa’
is een overzees territorium van de Verenigde Staten, dat in de Stille Zuidzee
ligt en dat het oostelijke deel van de ‘Samoa-eilanden’ omvat. De eilanden
worden sinds ongeveer 1000 v. Christus bewoond, dus al ruim 3000 jaar. Samoa
werd ontdekt door Europese ontdekkingsreizigers in de 18e eeuw. Walvisvaarders
in de Stille Oceaan gebruikten de natuurlijke haven van ‘Pago Pago’ op
het Samoaanse eiland ‘Tutuila’, omdat zij deze baai als een perfecte
landingsplaats beschouwden. Deze haven wekte later ook de belangstelling van de
Verenigde Staten. Na verschillende internationale geschillen over de eilanden
werd de archipel in 1899 verdeeld tussen het Duitse Rijk (wiens gedeelte later
de onafhankelijke natie ‘Samoa’ (soms ‘Western Samoa’ genoemd)
werd) en de Verenigde Staten (wiens gedeelte het tegenwoordige ‘Amerikaans
Samoa’ werd). ‘Amerikaans Samoa’ werd op 20 februari 1929
uiteindelijk een Eilandgebied van de Verenigde Staten.
‘Amerikaans
Samoa’ heeft 65.628 inwoners die op een klein oppervlakte van 199 km²
wonen. De inwoners zijn Samoanen. De taal is het Samoaans, dat door 370.000
mensen gesproken wordt, zowel in ‘Amerikaans Samoa’ als in (‘Western’)
Samoa, en de meesten spreken ook Engels. Zo nu en dan worden we aangestaard
alsof we ‘Chinees’ spreken, sommige oudere mensen spreken enkel Samoaans.
Mensen
die geboren zijn op ‘Amerikaans Samoa’ (met uitzondering van Swains
Island), hebben de Amerikaanse nationaliteit, maar zijn geen Amerikaanse
staatsburgers, tenzij een van hun ouders Amerikaans staatsburger is. Ondanks
dat ze de Amerikaanse nationaliteit hebben, mogen Amerikaans Samoanen niet
stemmen in presidentsverkiezingen van Amerika, maar ze mogen wel vrij reizen
door Amerika.
Tijdens
de Tweede Wereldoorlog diende Pago Pago (omwille van zijn ligging en beschutte
diepe natuurlijke baai) als belangrijke marinebasis in de Stille Oceaan. Als
marinebasis werd ‘Amerikaans Samoa’ tot 1951 bestuurd door de zogenaamde
United States Department of the Navy (de Marine). In 1967 kreeg ‘Amerikaans
Samoa’ haar eigen grondwet. Sinds dat moment is ‘Amerikaans Samoa’
er op verschillende punten op vooruit gegaan & ver-Westerd of beter gezegd
‘ver-Amerikaanst’. Scholen en voorzieningen als bruggen en leidingen werden
verbeterd. Zo werd het wegennet uitgebreid, en werden er scholen, een
ziekenhuis, een vliegveld en hotels gebouwd. Binnen een paar jaren werd ook
(deels) de Amerikaanse way of life geadopteerd: grote vervuilende wagens,
McDonalds en andere fastfoodketens,... Dit is te merken aan de zwaarlijvigheid
van de vriendelijke Samoanen.
‘Amerikaans
Samoa’ bestaat uit de vulkanische hoge eilanden: ‘Tutuila, Aunu'u en de
‘Manu'a Group: Ofu & Olosega’ en de kleine lage koraalatollen ‘Rose
& Swains’. Het hoofdeiland ‘Tutuila’ is het grootste eiland met
een steile rotskust in het noorden en open baaien. Het oostelijke gedeelte is
begroeid met dichte jungle bedekte bergen die een regenwoud vormen dat
doorloopt naar het westen tot een hoog plateau met vulkaankraters. De enige
platte vlakte bevindt zich in het zuiden tussen de luchthaven en de stad ‘Leone’.
‘Pago
Pago’ is de hoofdstad en heeft een grote drukke (vissers-)haven op het
hoofdeiland ‘Tutuila’, gelegen in de natuurlijke diepe beschutte baai,
die lijkt op een fjord. Er bevindt zich hier een groot tonijn-inblik-fabriek, nml.:
‘Starkist’. Vele bewoners, Western Samoanen, Tonganen & Filipijnen
werken hier aan een laag loon. Dagelijks varen viskotters binnen & buiten,
die hier hun vangst afleveren. De meeste van deze schepen zijn groot, waarvan
sommigen een kleine helikopter aan boord hebben, waarmee ze de scholen tonijn
zoeken! De meesten hebben ook een kraaiennest, een hoge toren met een huisje
bovenin voor de uitkijk en zijn voorzien van kranen en katrolsystemen om de
ontelbare meters grote zware visnetten mee op te hijsen en te water te laten...
probeer daar als vis maar eens aan te ontsnappen! Het is nog een wonder dat we
zo nu en dan zelf een vis aan ons pietluttige haakjes vangen.
Nou,
ook al is de baai heel beschut en natuurlijk, toch wint het niet de hoofdprijs
als mooie ankerplaats. Het voelt hier heel industrieel aan met al die grote
container- & vissersschepen en de nabijgelegen tonijnfabriek die zo nu
& dan een onaangename visgeur verspreidt. Het water kleurt donker,
groen-bruin en vies, het is een wonder dat op sommige momenten in de ondiepe
stukken je een mooi tropisch visje ziet zwemmen tussen autobanden & andere
rotzooi, of hier & daar een zeeschildpad zijn/haar kopje boven water
steekt. Recente studies hebben uitgewezen dat de baai biologisch afsterft ten
gevolgen van de vervuiling van de tonijnfabriek en de gedumpte munitie van de
U.S. Navy jaren geleden. Het zeeleven in de baai van Pago Pago is vergiftigd
door zware metalen en niet geschikt voor menselijke consumptie. Zwemmen hier is
niet echt aanlokkelijk of aan te raden! De bodem van de baai ligt bezaaid met
een grote hoeveelheid troep, tengevolge van de tsunami in 2009. Dit maakt het
een onbetrouwbare en slechte ankerplaats. Van deze tsunami zijn de sporen nog
te zien, aangezien er in de baai nog diverse gebouwen staan die nog niet zijn
opgeknapt en die nog half op instorten staan. Er blijven hier heel wat
Amerikanen plakken en dus liggen er wél een aantal armzalige slecht onderhouden
wegrottende en verroeste schepen met live-a-boards. Zo verzamelt één van hen
oude verroeste viskotters en bindt ze aan elkaar als een pakketje die aan een
zelfgemaakte moering hangen. Bij onze aankomst heeft hij een pakketje van twee
met aan weerszijde nog een zeilboot, waarvan hij er één als vervoermiddel, zeg
maar bijboot, gebruikt om naar de wal te gaan. Bij ons vertek heeft hij er nog
een roestend groot exemplaar aan toe gevoegd!!! Ze denken dat de baai van hen
is! Aan de andere kant zijn de ‘live-a-boards’ een bron van informatie over het
eiland, winkels, adresjes & namen voor bootmaterialen & vakmensen.
Veel
andere ankermogelijkheden zijn er niet, door het gebrek aan andere beschutte
ankerbaaien en goede ankergrond en dan komt er nog een hele
toestemmingsprocedure bij kijken die je langs verschillende mensen op
verschillende plaatsen stuurt en nog verder, zodat vele cruisers niet eens de
moeite nemen om aan deze procedure te starten (geldt ook voor de
zustereilanden). Op de kaart zien we wél enkele mogelijke plaatsen, maar deze
behoren tot het ‘Nationaal Park’ en is dus verboden terrein om te ankeren...
Jammer, dan maar van hieruit de omgeving verkennen. Alle huurwagens op het
eiland zijn op het moment van ons verblijf verhuurd! Met de grappige,
kleurrijke lokale busjes kan je bijna overal komen, voor slechts 1 tot 2 US$/rit
afhankelijk van de afstand. Elk busje is in privébezit en de chauffeurs rijden
dus voor hun eigen inkomen, flexibiliteit is mogelijk. De busjes worden naar
eigen persoonlijkheid versierd, zowel aan de buiten-, als aan de binnenkant.
Dit zorgt voor grappige ontwerpen met bont & glitter met bijhorende muziek
die uit de boxen galmt! Wil je er af, dan voldoet een klop tegen het raam of
even trekken aan een touwtje dat een signaal geeft aan de chauffeur. Maar voor
de vaste klanten is dit niet nodig, die worden zonder teken afgezet op hun
dagelijkse plaats. Lui & zwaar zijn de meeste Samoanen wel want soms stop
de bus letterlijk om de tien meter om iemand er in of eruit te laten. Je
begrijpt wel dat de busritjes soms vrij lang duren… Aan het einde van de busrit
gooi je het geld op het dashboard, waar zich een wildernis van briefgeld en
munten bevindt.
Na
het inklaren, ankeren & verwelkoming door vrienden, is het tijd om een laat
ontbijt, of zeg maar lunch met ‘gratis’ WiFi te gaan zoeken. Ons Sensationtje
wordt opgetuigd en meteen krijgen we een regendoop. Als verzopen ‘kiekens’
komen we toe aan de dinghysteiger, tegenover het fastfoodrestaurant ‘Mc
Donalds’, naast het busstation. We hebben deze restaurants bewust niet bezocht
in Tahiti, maar we zijn nat en uitgehongerd. En... Mc Donalds is bekend voor
‘gratis’ WiFi. Jammergenoeg hier niet meer... dus maar even opdrogen op het
overdekt terras (binnen bevriezen we van de airconditioning!) bij een burger
met frietjes en dan verder opzoek naar ‘WiFi’. Ze sturen ons naar de andere
kant van de baai, naar een wasserij van ‘laundromat’. Hier is het lekker warm
en ruikt het heerlijk, maar de ‘WiFi’ doet het jammergenoeg vandaag niet...
uiteindelijk komen we terecht bij de bibliotheek. Voor 5US$(per dag) loggen ze
één van onze apparaten in, het is nog slechts twee uur voor sluitingstijd. We
denken slim te zijn en het wachtwoord via ‘Apple’ met elkaar te delen, maar dit
hebben ze geblokkeerd! Ze zijn slimmer dan we dachten, jammer... Ook hier
vriezen onze tenen er bijna af van de koude lucht die uit de airconditioning
blaast. De lieve bibliothecaresse vraagt of we morgen terug komen, dan mogen we
nog eens gebruik maken van hun ‘WiFi’ zonder extra te betalen. Dat laten we
geen twee keer zeggen en nadat we de volgende dag een ‘Simkaart’ van de
provider ‘Blue Sky’ met data hebben gekocht om aan boord connectie te hebben en
een hotspot te kunnen maken, vertoeven we de rest van de dag in de bib. Deze
keer vraag ik ook om mijn tablet in te loggen, deze hoef ik niet te betalen, zo
lief van de dame. Ons doel is om een naaimachine te zoeken van het merk
‘Sailrite’ en die vanuit Amerika naar hier te laten versturen. Prijzen &
modellen worden vergeleken en mails over & weer gestuurd i.v.m. levertijd
enz. De volgende ochtend hakken we de knoop door en bestellen de ‘Sailrite’.
Het is nu donderdag, normaal zou hij dan volgende week hier zijn. We zijn
benieuwd hoe vlot de zending gaat verlopen.
Op
de weg naar de bib lopen we langs enkele werven, waar de vissers met grote
kranen de ontelbare meters zware visnetten ophijsen en overlopen op gaten en ze
herstellen, het is een enorme klus en tientallen mannen zijn dagelijks aan het
werk. Bij het ‘Marine & Wildlife Center’ komen we meer te weten over het
zeeleven en de andere eilanden. We brengen ook een bezoek aan het ‘Nationaal
Park Visitor Center’, waar we meer te weten komen over de Samoaanse cultuur,
het nationaal park, wandelroutes en de dieren: vleermuizen, vogels, enz... Hier
zien we foto’s van de natuurramp, toen op 29 september 2009 ‘Amerikaans
Samoa’ getroffen werd door een tsunami, ten gevolgd van een aardbeving met
8,0 op de schaal van Richter. Deze veroorzaakte een tsunami in minder dan 15’
na de beving, met als gevolg dat 150 mensen de dood vonden en enkele honderden
anderen gewond raakten! Een natuurramp met zware gevolgen...
Het
Nationaal Park is sinds 1988 opgericht en bedraagt 16 % van de eilanden: ‘Tutuila,
Ta'u & Ofu’. Het park bevat koraalriffen en regenwouden en is populair
voor trektochten, snorkelen en duiken. Van de totale oppervlakte van 36,42 km²
wordt 10,12 km² ingenomen door water. De toegang tot het park is gratis en de
wandelpaden zijn goed onderhouden. Het gekke is dat er hier véél privé-eigendom
is, waardoor zelfs voor enkele wandelpaden in het nationaal park toestemming
moet gevraagd worden aan de familie/eigenaars of je het mag betreden. Zo ook
zijn er enkele stranden waar je moet voor betalen, ook al behoren ze tot een
restaurant of hotel, waar je dan als klant iets nuttigt. Zo heb je Tisa’s
Barefoot Bar, waar elke woensdagavond een ‘Umu’ (traditionele grondoven: eten
wordt bereid in een aarde put bedekt met vulkanische rotsen en palmbladeren)
-buffet plaats vindt, het mooie ‘Avaio Beach’ dat ‘Two Dollar Beach' wordt
genoemd van toen de inkom 2US$ koste (ondertussen is het reeds 5US$) en het
strand bij het hotel/restaurant ‘Sadie’s by the Sea’. Voor ons is het
ondenkbaar om als klant 5US$ te moeten betalen om te zwemmen en gebruik te
maken van het strand. Is dit de Amerikaanse invloed?! Volgens
Amerikaanse-medecruisers niet, maar zonder blikken of blozen zoeken ze deze
stranden op en betalen de toegang!
De
gastvrijheid van de Samoanen wordt ons snel duidelijk. Iedereen zwaait of zegt
vriendelijk gedag en maakt al snel een praatje met je in het Engels.
De
mannen in dit land vallen wél extra op, vanwege hun excentrieke uitspattingen.
Zo is het bijvoorbeeld compleet geaccepteerd dat mannen hun gevoelens uiten.
Dansen en zingen is hun passie en ze zijn er nog goed in ook. Nagellak,
kettingen, hartvormige oorbellen en glitter diadeems… alle items die terug te
vinden zijn in de mannelijke outift. Deze derde gender “Fa’afafine”,
genoemd (zaols eerder beschreven in blog over ‘Rae Rae & Mahu’ in
Frans Polynesië), ook hier volledig geaccepteerd door de gemeenschap.
Tegelijkertijd
zijn er de mannelijkste mannen: gespierd en zelfverzekerd met brede schouders
& een six-pack: de rugbyspelers, de populairste sport hier. Toch dragen
vele jongens & mannen een rok en niet omdat ze derde gender of
homo-seksueel zijn. Neen, de linnen stof tot over knielengte is een
traditionele klederdracht die ‘lava lava’ (stuk textiel dat ze rond hun
lenden knopen) & ‘Le faitaga’ (een effen stuk stof dat met een gesp
bevestigd wordt en voorzien is van zakken) genoemd worden. De ‘Le Faitaga’
behoord tot het schooluniform van de jongens. The Captain schaft zich een mooi
effen grijs exemplaar van een ‘Le Faitaga’ aan... sexy!!!
In
onze rugzak of tas zitten vanaf nu steevast een vestje & pareo voor de
koude airconditioning in winkels e.d. en om de stof snel over mijn kortere
shortroks te wikkelen om een beetje in de Samoaanse kledinggewoonten te passen,
aangezien blote benen hier voor het grootste gedeelte bedekt worden. Toch wél
een aanpassing in de hitte! Een andere verandering is het dragen van een bloem
in het haar. Volgens de Samoanen hoort de bloem bij een getrouwde vrouw achter
het rechteroor... De verwarring is groot, na 13 maanden mijn linkeroor te
voorzien van een bloem, het voelt een beetje raar.
Tijdens
één van onze verkenningstochten worden we van aan de overkant van de weg
toegezwaaid & -geroepen door een man. Hij wenkt ons en we steken de straat
over. De Samoaan, Meaole, is veteraan en vraagt waar we naar toe gaan en of hij
ons kan helpen met een lift te geven om boodschappen doen in één van de grote
supermarkten een einde van de stad. We hebben reeds andere plannen, maar hij
laat ons weten dat we hem steeds bij de markt kunnen vinden. En inderdaad, zo
vinden we hem de volgende ochtend in de ‘Fagatogo’ markt, naast het
busstation. De markt op zich stelt niet veel voor, slechts enkele verkopers
bieden een beperkt aantal groenten & fruit aan aan véél te hoge prijzen:
bananen, kokosnoten, taro, broodvrucht in mooie gevlochten palmbladeren manden.
De ‘paksoi’ is spotgoedkoop en één van onze favorieten in een
wok-/roerbakgerecht. En er zijn wat kraampjes met sarongs/lava lava en
souveniers.
Met
veel plezier rijdt Meaole ons naar de supermarkten ‘Cost-U-Less’, ‘TSM Mart’
& ‘KS Mart’.
Hier
vinden we weer een uitgebreid assortiment van voeding, vers & droog, alsook
weer flessen drinkwater (vonden dit niet op de Cookeilanden: Penrhyn, Suwarrow
of Palmerston, alsook niet echt een winkel!). Onze voorraad wordt meteen
aangevuld.
Onze
chauffeur is een erg enthousiaste Samoaan, trots op zijn eiland. Hij is onze
perfecte gids en verteld honderduit over Samoa. Het is een mooi groen eiland.
Net zoals we reeds in Frans Polynesië & de Cookeilanden zagen, begraven de
Samoanen de doden in hun eigen voortuin, er is nauwelijks een huis te vinden
zonder één of meerdere graven in de tuin. Een ander opvallend feit is het
enorme aantal kerken en gebedshuizen van verschillende godsdiensten, die soms
naast elkaar staan. Om de enkele huizen zie je wel een kerk. Ook de ‘fales’
of ‘guesthouses’ komen in enorme getalen voor, elke familie bezit haar eigen
‘fale’ waar huwelijken, begrafenissen en ‘chief’ vergaderingen plaatsvinden.
Meteen
worden we uitgenodigd om zondag naar de kerk te gaan en te lunchen bij hem
thuis. De familie adopteert ons zowat en we worden in de watten gelegd door hun
! Samoa is erg christelijk en hier is de ‘zondag’ en de ‘zondagsrust’ heilig!
Zo maken we voor het eerst kennis met een Mormonen kerk & wonen de mis bij.
The Captain krijgt een prachtige ketting van noten beschilderd met
verschillende kleuren en motieven, een ‘ula’ ketting genoemd. Deze
dragen vele bewoners. Die van hem is beschilderd met schildpadden, dit dier
heeft de betekenis van ‘lang leven’ in het Samoaans.
Na
afloop van de dienst krijgen we een uitgebreide zelfbereide lunch
voorgeschoteld bij zijn familie thuis, verzorgt door de twee liefdevolle
dochters Ina & Sea. In hun traditie is het de gewoonte dat ze véél voedsel
bereiden, zodat ze hun gasten eten mee kunnen geven bij het afscheid. Indien ze
dit niet kunnen of doen, is dit een afgang... De familie ‘Meaole’ is heel
zorgzaam voor ons en zorgt meerdere malen voor vervoer en leuke activiteiten.
Tijdens een van onze ritten krijgen we een klapband! Oeps... Gelukkig is mijn
MacGyver, ‘à la bandenspecialist’ erbij en wordt het reservewiel gemonteerd. De
familie is ons zeer dankbaar. In ruil voor hun hulp, vrijgevigheid &
vriendschap, voert the Captain enkele loodgieterijwerken bij hen thuis uit:
toiletkraan vervangen en een waterleiding met kraan installeren bij de carport.
We maken ook kennis met familie van de familie, Peta & Na’i, en worden
uitgenodigd door hen voor een BBQ. Ze wonen op de steile flanken, hoog in de
bergen met uitzicht op de baai. Ook hier worden we overrompeld door hun gastvrijheid
en de hoeveelheid eten. We nodigen de familie uit aan boord voor een ontbijt
met: zelfgebakken scones à la Palmerston, brood à la Suwarrow en platbrood,
verse tonijn- & eiersalade à la Zensation.
Wanneer
we op een dag in een leuke winkel met twee verdieping met: kleding,
accessoires, droog- & versvoeding, enz. vertoeven, wordt ons winkelmandje,
dat we onderaan de trap laten staan (omdat het reeds goedgevuld & zwaar
is), gestolen! Bij navraag bij het personeel, blijkt iemand van hen het te hebben
genomen en alle producten weer in de rekken terug gezet! Ongelooflijk hoe ze in
enkele minuten een mandje vult met de producten die wij er hadden inzitten...
we hebben er met z’n allen hard om gelachen, hi, hi, hi,... Volgende keer
zullen we een medewerker(ster) op de hoogte brengen!
Ook
met de cruisers hebben we een druk sociaal leven, het aantal boten op de
ankerplaats en in de kleine Marina groeit elke dag. Van sundowners, de
wederkerende potlucks op zondagavond bij Pam & Erik op hun ontmaste
catamaran, uitstapjes & wandelingen tot het bijwonen van een
dansvoorstelling. De eerste vrijdagavond van de maand is het een speciale
‘marktavond’ met standjes die lekker lokaal eten verkopen, achteraf is er een
optreden met zang, dans & drama van een kerk. Een ‘Western’ Samoa dansgroep
sluit de avond in stijl af. Hun voorstelling is van hoog niveau en we zijn
allen onder de indruk!
Op
een zekere dag zien we een catamaran zachtjes aan van zijn ankerplaats bewegen,
richting andere boten... haar anker krabt en er is niemand aan boord. Enkele
kapiteins springen erop en proberen de boot op een veilige afstand van de
andere te houden, het anker op te halen en te herankeren. De eigenaars zijn de
helpers héél dankbaar.
Wanneer
we op een andere dag naar de wal dinghieën, zien we een man in het water en een
jonge dame op het aluminium bootje met haar armen staan zwaaien. De man
probeert met een touw om zijn middel de boot verder te trekken. Het zijn
duikers, ze hebben motorproblemen en vragen een takel. We trekken met hen met
onze 9.8PK buitenboordmotor de haven in. Als dank vragen we hun telefoonnummer
voor het geval we ze nodig moesten hebben met ons anker, want vele ankers
blijven vastzitten aan de rotzooi die op de bodem ligt!
Een
bezoek aan de tonijnfabriek staat op velen onder ons op het verlanglijstje,
maar naar meerdere telefoontjes voor een rondleiding zonder feedback, wordt het
plan afgeblazen... Uiteindelijk komen we te weten dat ze een externe
controle-bezoek hebben. Misschien maar beter zo, anders zouden we misschien NOOIT
nog vis in blik eten!!!
Het
Nationaal Park op het eiland heeft veel te bieden en zo maken we een hike naar
‘Blunt's Point’ waar één van de resterende kanonnen uit 1941 staat en waar we
getrakteerd worden op een prachtig uitzicht over de baai. De hike vervolgt zich
in ‘World War II Heritage Trail’ die qua moeilijksheidsgraad zwaarder is en
voorzien is van steile klims met touwen!
Met
een groepje van tien jachties, trekken we er met de bus op uit naar de andere
kant van het eiland naar het kleine vissershaventje in ‘Auasi’, waar we
met een overzetbootje voor 1US$ naar het nabijgelegen kleine eiland ‘Aunu'u’
varen. Hier maken we een eilandwandeling, zoeken we de meren met drijfzand
en afkoelen in het water langs een van de stranden. Wanneer we een uitstap
& hike willen maken naar een ander deel van het nationaal park op het
hoofdeiland, over de bergtoppen, heeft het heel wat voeten in de aarde,
blijkbaar rijden er niet zoveel bussen naar daar en moeten we wat
overredingskracht boven toveren om een chauffeur zover te krijgen dat hij ons
naar het startpunt van onze wandeling brengt. Hier krijgen we een adembenemend
zicht op de uitlopende smalle rotsen van ‘Pola Island’. Het doet ons
denken aan ‘the Needles’ bij ‘Isle of Whight’ in Engeland. Een
tocht door het regenwoud naar beneden brengt ons tot aan de oceaan, met enkel
inhammen met water, waarvan er één hartvormig is. Maar, er gaat geen pad verder
en dus moeten we dezelfde weg weer terug. Het nabijgelegen dorpje ‘Vatia’
is een bezoekje waard en een lieve opvallende ‘’(de derde gender), is heel
behulpzaam en raadt ons aan om te proberen terug te liften, want de
eerstvolgende bus komt pas over twee uur! Hij/zij laat zich ook gewillig &
vol trots fotograferen. En zodoende versieren we wél een héél aparte lift, nml.
in een laadbak van een truck met plastiek stoelen & tenten. De firma
verhuurd deze voor begrafenissen & vrolijkere evenementen. Enkele stoelen
worden uitgestald in de laadruimte en zo kunnen we relaxed in open lucht
genieten van de voorbijglijdende omgeving.
Nu
en dan moet er ook wat geklust worden aan boord, alsook een bezoek aan de
wasserij gebracht worden. Deze is wél héél voordelig: 1,25 US$ voor een grote
Amerikaanse wasmachine & 1,75US$ voor de droogkast. Hier wordt gretig
gebruik van gemaakt om nog eens extra spullen te wassen. Kinderen maken een
praatje met ons en noemen ons ‘Palangi’ (=blanke/vreemdeling).
In
het dorp zijn enkele kleinere supermarkten uitgebaat door Chinezen, vele
winkels met stoffen met prachtige Samoaanse/Polynesische designs/patronen en
Filipijnse naaisters, die voor een ‘appel & een ei’ wat voor je creëeren.
Op
zaterdag, een week na de bestelling, is het zover... de naaimachine kan bij het
postkantoor afgehaald worden! Dit gaat vlot en zonder extra invoertaxen: het
voordeel van Amerika naar Amerika, we love it, yeah! The Captain is in zijn
element en test zijn nieuwe speeltje meteen uit.
Ondertussen
haal ik de kapperspullen boven en geef enkele jachties een nieuwe coupe, in
ruil voor een relaxerende voetmassage en een heerlijk diner.
Op
dag 12, zit the Captain in de kuip en ziet plots een schip naast ons. Oeps, wat
is dat, die lag hier toch niet?! Al snel heeft ie door dat het wij zelf zijn
die niet meer op dezelfde plaats liggen... meteen start hij de motor (sinds het
krab-incident met de catamaran, zit de sleutel op het contact!) en roept me toe
dat ons anker krabt! Ik laat benedendeks alles uit mijn handen vallen en nog
voor ik de tijd neem om wat over mijn lingerie aan te trekken, sta ik reeds op
het voordek, verwijder in een hels tempo het wateropvang-zeil en begin het
anker op te halen. Ondertussen probeert the Captain met zijn
manoeuvre-capaciteiten onze dame en omliggende boten van elkaar weg te houden.
De crew van omliggende boten staren ons met open mond aan en vragen of we hulp
nodig hebben. Om de ankerketting zit heel wat afval en ik probeer het eraf te
trekken, zodat ik de ketting op de rol kan binnenhalen. Ik haal mijn handen
open aan een scherp stuk ijzerdraad en vislijn. Met een zeilmes en hulp van
Frits (Bella Ciao, die per dinghy ter hulp kwam), krijgen we de ankerketting
vrij en halen het anker op waar een grote plastiek zak omheen zit. We
herankeren en puffen na... de adrenaline pompt door onze aderen, we zijn even
van ons melk... wat was dat?! Dit was nipt of Zensation had enkele boten
geraakt en op een ondiepte of de kant gezeten hebben in de smalle baai! Dit is
schrikken: na twaalf dagen hier te hebben gelegen en rondgedraaid met
verscheidene windrichtingen en stroming, begint plots ons anker te krabben, terwijl
er helemaal niet veel wind staat en in snel tempo dreven we af!!! Dit bewijst
maar hoe slecht de ankergrond hier is en hoeveel rotzooi er op de bodem ligt,
waardoor de ankers niet goed kunnen ingraven. We zijn steeds op onze hoede.
Normaal checken we al snorkelend even het anker, maar hier zie je geen hand
voor je ogen en dus is het onmogelijk...
Nu
en dan regent het hier, dat vangen we op en zo geraakt onze watertank weer snel
gevuld.
We
klaren uit, hiervoor moeten we langs vier kantoren. Daarna gaan we nog even wat
proviand inkopen. Tijdens ‘t winkelen, komen we de kapitein van de vissersboot,
waar we bij het inklaren naast lagen, tegen. Hij is degene die ons herkent en
aanspreekt. Hij is met zijn basin & crew de aankopen aan het doen voor een
maand op zee. Met plezier willen ze ons meenemen en met onze boodschappen
afzetten aan het dinghydok. Dat bespaart ons een busrit en geeft ons de
gelegenheid om nog extra zware spullen (blikken & flessen frisdrank en
water) te kopen. Tijdens onze rit komen we meer te weten over het zware
vissersleven...
De
tijd van afscheid is gekomen. We hebben genoten van Amerikaans Samoa en zijn
meer dan positief verrast over dit eiland. Neem de moeite om verder te kijken
dan de ankerplaats zouden we zeggen & aanraden!
Hopelijk
behouden deze eilanden hun natuurlijke pracht en inheemse cultuur. Maar zoals
overal dreigt de modernisering en de verwestering...
Extra
info:
*betalen
bij ‘t uitklaren:
100US$
douane
40US$
immigratie: stempel paspoort/visa
52US$
Pago Pago port authorities: verblijf in Amerikaans Samoa
=192US$
*De
vlag van ‘Amerikaans Samoa’ werd aangenomen op 24 april 1960 en verving de
Stars and Stripes (=sterren & strepen van de Amerikaanse vlag). De adelaar
en de kleuren blauw, wit en rood symboliseren de band met de Verenigde Staten.
De adelaar houdt traditionele Samoaanse opperhoofdattributen in zijn klauwen.
*Enkele
Samoaanse woorden: