Woensdag, 25 - vrijdag, 27 juli ‘18_10u (UTC -10u = -12u tijdsverschil met BE(=UTC +2u)!)
We bevinden ons bijna ‘naar het einde van de wereld’, zoals Floortje Dessing in 2015 hier een bezoek bracht voor het gelijknamige reisprogramma.
‘Palmerstoneiland’ is een afgelegen atol, dat behoort tot de zuidelijke Cookeilanden in de Stille Oceaan, dat in 1774 ontdekt werd door kapitein James Cook, maar pas in 1977, tijdens zijn derde doorvaart, gaat hij aan land.
Het eiland heeft zoals alle atollen een ring van koraal, omringt met meer dan 30 motu’s, omheen een appelblauwzeegroene lagune met een diameter van ongeveer 11NM. Het hoogste punt op het eiland is 6 meter. Het is gekend onder de naam ‘Avarau’(= vele passen/doorgangen), maar geen enkele pas is diep & breed genoeg voor de doorgang van een jacht. Tijdens laag water is de lagoon bijna volledig afgesloten. Hierdoor moeten bezoekende jachten buiten het atol afmeren aan voorziene moerings. Dit afgelegen atol is enkel te bezoeken per boot, aangezien er geen vliegveld is. Een gemiddelde van vijftig tot zestig tal jachten per jaar meren hier af, afhankelijk van de weersomstandigheden en de condities van de afmeerplek, die onbeschermd is voor de oceaandeining.
Het eiland leek bij ontdekking niet bewoond te zijn, alhoewel er later sporen zijn gevonden van bewoning.
In de jaren 1800 werd er een vertegenwoordiger gezocht voor het eiland, deze werd gevonden in de persoon William Marsters, een Schot/Engelsman die op het Cookeiland ‘Manuae’ (een atol dichtbij Aitutaki) woonde. William Marsters was een opzienbarende persoon in de Stille Zuidzee. Hij was geboren in Engeland en opgegroeid als boerenknecht in Gloucester, Schotland. Hij ging op avontuur als missionaris naar de Cookeilanden. Na aankomst op Rarotonga trouwde hij met een lokale vrouw en in 1862 vestigden ze zich op het eiland ‘Palmerston’. Hij leasde het land van de Britse kroon en Marsters benoemde zichzelf tot predikant van de Anglicaanse kerk. Hij trouwde zichzelf vervolgens met twee, naar ‘Palmerston’ overgekomen, zusters van z'n vrouw en startte zijn eigen kolonie. Na een 18 jaar verblijf op ‘Palmerston’ was hij vader van 60 kinderen. Marsters verdeelde het eiland in drieën, voor elke familie een deel. Hij was tot aan zijn dood in 1899 heer en meester op het eiland. De bevolking van het eiland groeide gestaag en in 1936 woonden er zo'n 100 mensen. De lease op het land wordt nog steeds doorgegeven aan de hoofden van de drie verschillende familielijnen. Momenteel stammen duizenden Cookeilanders af van deze William Marsters en wonen ze verspreid over de Cookeilanden & Nieuw Zeeland. Op het moment wonen er slechts een zestigtal afstammelingen verdeeld over 13 gezinnen. Hiervan zijn er tijdens ons bezoek slechts zestien van aanwezig, de anderen zijn naar Rarotonga voor het festival. We worden ontvangen door de vijfde generatie en ontmoeten hun moeder van de vierde generatie en hun kinderen van de zesde generatie. Ondertussen zijn reeds de eersten van de zevende generatie geboren...
Edward, onze gastheer brengt met zijn aluminium vissersbootje de ambtenaren naar de drie gearriveerde boten. Arthur staat in voor immigratie & douane en Goodly voor agriculture & health en is gelijktijdig ook de burgemeester. De laatste blijft met zijn reddingsvest aan in het aluminium bootje zitten, zodat the Captain daar aan boor moet gaan om de nodige documenten in te vullen. De inklaarprocedure verloopt snel voor ons, aangezien we dit allemaal reeds in Penrhyn hebben gedaan voor de Cookeilanden. Wanneer de drie boten ingeklaard zijn, haalt Edward (Eddie voor de vrienden) de zes-crewleden van de drie boten op en brengt hij ons via een smalle ondiepe pas het atol binnen, de lagoon door naar het dorp op het atol ‘Palmerston Island’ (=Home Island). Als je je dinghy en jezelf wilt riskeren, dan is dit een zeer gewaagd avontuur. Het is dan ook verboden om met je eigen bijboot de pas in te gaan. Hiervoor zijn de lokalen er. Diegene die de VHF-oproep beantwoordt en je helpt met de moering, wordt je gastheer/-familie voor je verblijf, zij zorgen, adopteren je, bekommeren zich over je, zijn verantwoordelijk voor je en brengen je aan land en weer aan boord. Ze verzorgen ook de lunch en doen je was, indien gewenst. Ze stellen hun huis en sanitair (douche) ter beschikking. In ruil vragen ze gereedschap, bootmateriaal, ingrediënten, keukenmateriaal, enz... alles wat ze nodig hebben en kunnen gebruiken, alsook je hulp bij het repareren of construeren is welkom.
Eddie’s familie verwelkomt ons: Simon (broer), Fiftieth (nicht) & haar kersverse man Will (oorspronkelijk Nieuw Zeelander, wonende in Australië) en Tuaine (moeder). Er staat een lunch voor ons klaar. Wat een welkom. Daarna krijgen we een rondleiding op de kleine motu/eiland, auto’s zijn er niet, wél een quad (van Goodly de burgemeester), enkele scooters en fietsen. We maken kennis met de buren en hun kinderen. Ze zijn net terug van hun vistocht en volop bezig met het fileren van hun vangst. De bewoners van dit eiland verdienen geld met het vangen van papegaaivissen, die ze exporteren naar het hoofdeiland ‘Rarotonga’. Omdat de vissen in de wateren van ‘Rarotonga & Aitutaki’ ciguaterra hebben, kopen & verkopen ze de gezonde vissen die van ‘Palmerston’ komen. Hierdoor is ‘Palmerston’ het eiland dat het grootste aantal vriezers per persoon per wereld bezit! Ze zijn gevuld met versgevangen papegaaivissen. Het is een interessant schouwspel om hen het fileren in snel tempo te zien handhaven, met hun messen. In enkele vlotte bewegingen en in teamverband worden de vissen onderhanden genomen. De ene snijdt de twee filets eruit, een andere snijdt ze van het vel en de laatste haalt de graden eruit. Terwijl we er naar kijken slinken de twee kruiwagens papegaaivissen en wordt de stapel filets in de mand hoger, waarvan de inhoud al snel 30kilo filets telt. Wetende dat ze 400 à 500kg per gezin met het vrachtschip exporteren, dat om de twee (of langer) maanden komt... Drie weken voor het schip komt, beginnen ze te vissen om hun aantal bij elkaar te krijgen. De kippen lusten wél de restjes. De kinderen ruimen de gevallen karkassen op, terwijl ze honderduit tateren en met een strandbal spelen. Per koppel krijgen we een zakje met enkele filets mee. Dat wordt straks weer smullen aan boord. Het is een leuke cruisersbende met de drie koppels van de drie zeilboten.
We zijn benieuwd hoe het vangen van de papegaaivissen in zijn werk gaat en willen ook graag krabben vangen & eten. Eddie organiseert op onze vraag een uitstap voor de volgende dag.
Weer aan boord, moeten we ons verplaatsen aan een andere meerboei. Eddie & Simon zijn nog bezig met een andere boot te verplaatsen en dus pikken we zelf de meerboei op. De lijn van de moering is super lang en hangt vol vlotters, deze komen door de stroming achter de kiel te zitten... we laten moering weer los. Het is bijna donker en we prutsen een hele tijd met de lange lijn van de kiel af te krijgen, met wat manoeuvreren en geduld lukt het ons en bevestigen we onze lijnen door het uiteinde van de meerboei. Net dan komen onze gastheren hulp bieden... te laat! Het anker wordt tussen de twee lijnen gedropt voor extra zekerheid...
De flopperstopper wordt uit de garage opgevist en uitgehangen voor extra stabilisatie tegen het rollen op de deining. De vermoeidheid na de tweedaagse trip en het bezoek aan het eiland, helpt ons al snel in slaap te rollen... maar echt vast slapen zit er niet in op een rollend schip.
De volgende ochtend staan we klaar met onze tassen gevuld met zwem- & snorkelgerief, wanneer Eddie ons ophaalt. Er staat koffie & thee voor ons klaar bij hem thuis. De was wordt afgegeven aan Fiftieth en zij, Simon & Eddie nemen allerlei bruikbare spullen, materialen, bestek, bekers en etenswaren van ons zes in ontvangst.
Daarna wordt Eddie’s bootje volgeladen met eten & drinken en een extra bootje met visnet en ander materiaal wordt eraan vastgemaakt. We zetten koers door de lagoon, naar de motu ‘Bird Island’, het vroegere ‘Leicester Island’.
Daar toegekomen vertrekt Simon met het tweede bootje naar het rif om vissen te vangen en Eddie & Will nemen ons mee op modderkrabben jacht. We wandelen door een ‘hao’ tussen twee motu’s. Het is laag water en de ondergrond lijkt inderdaad op modder, onze voeten zakken er een beetje in en de slippers en sandalen zuigen zich vast in de sponsige ondergrond en voelt raar aan. Volgens Will wordt deze laag gevormd door algen en daarin wonen de krabben. Oei, hopelijk hangt er zodadelijk geen krab aan onze tenen 🦀! Al snel zien we honderden modderkrabben lopen tussen de struiken en bomen op de motu. De kunst is om ze langs achter met je hand vast te grijpen aan hun schild. Toch wél een beetje beangstigend met die scherpe krabbenscharen die wild te keer gaan. Een koud kunstje voor Will & Eddie dia al snel twee zakken vol hebben. Ze willen de BBQ nog extra spijzen met kokoskrabben & vogels. Hiervoor gaat Eddie op zoek naar kokoskrabben. Will probeert nog een fregatvogel of boobie (soort Jan van Gent) te vangen. Een kokoskrab vinden we wél fantastisch om te eten, maar een vogel vinden we zielig en dus zijn we er niet rouwig om dat het niet lukt.
In plaats daarvan bewonderen we de vele Tropic- & Fregatvogels, massa's Boobies (Brown, Masked & Red Footed) en veel sternen. In een aantal van de Boobie nesten zitten al jongen. We komen tientallen jonge Boobies tegen die uit hun nest zijn gehupt. Grappige donsballen ter grootte van een eend.
Eddie komt zonder kokoskrab terug, jammer... Deze zijn makkelijker ‘s avonds te vangen, overdag schuilen ze.
Simon komt terug met een boot vol rifvissen: Papegaai-, Api’s & nog andere vissen. Het vissen op het rif gaat volgens hen heel makkelijk: net uithangen en de vissen erin drijven. Ook nu weer worden de vissen op een korte tijd schoongemaakt & gefileerd. Voor de BBQ gaan we naar hun Kamp op motu ‘Karakerake’. Een vuur wordt aangestoken met sprokkelhout en kokosomhulsels. De kookpot met water gaat het vuur op en de kokoskrabben worden erin gestopt. Terwijl deze koken, ontpopt Simon zich in een aap en klimt soepel een palmboom in om kokosnoten te oogsten. We slurpen van het verse kokoswater en eten ‘uto’ (=het binnenste van een ontsproten kokosnoot. Het is een bal ter grootte van een grapefruit. De smaak ligt een beetje tussen kokosnoot en ananas in. Voor de Cookeilanders is het een snack. Wij kennen het reeds van in Frans Polynesië (‘pain de coco’) en vinden het lekkerder dan een Bounty 😋).
De buffettafel wordt klaargezet met: verse rauwe & gebakken vis, gekookte modderkrabben, aangevuld met rijst, pastasalade & vers gebakken focacciabrood (inbreng van de cruisers). Met zijn negen smullen we van al het lekkers dat vers gevangen is. De krab is een echte delicatesse 🦀😋... we kunnen niet meer! Wat een rijke lunch!
Van aangespoelde netten en drijfhout hebben de mannen in hun kamp hele grote hangmatten gemaakt, die tussen de bomen langs het strand hangen. Met een goed gevulde buik schommelen we heerlijk ontspannen in de hangmatten met het mooiste uitzicht van de wereld en genieten van het prachtige rustgevende paradijsje. Dit is weer een unieke belevenis. Want, normaal wordt deze uitstap niet met cruisers ondernomen, het was op speciale aanvraag van ons met een kleine bijdrage voor de benzine. Het was een leuke interessante dag, met veel verhalen en informatie over het eiland, de bevolking en hoe het er allemaal aan toe gaat.
Ook al komt het vrachtschip slechts om de twee maanden ofzo, toch hebben ze genoeg te eten met wat ze hier vangen en vinden op hun motu’s en in de lagoon. Sommigen proberen nog wat groenten & fruit te kweken op de harde koraalbodem en hoeden varkens & kippen. Ze zijn hier gelukkig en de cruisers vullen hun te korten aan door het ruilen of geven van materiaal & lekkers.
Weer bij Eddie thuis staat er een vieruurtje met thee & koffie met scones & cake op ons te wachten. We bewonderen het wit pluizige wolachtige baby fregatvogel die ze als huisdier grootbrengen en vis voederen. Moe & voldaan worden we weer naar onze dobberende heen & weer wiegende boten gebracht... dat beloofd weer een rollend nachtje te worden. Een beetje wind is welkom, zodat onze dames met de neus in de wind gaan liggen en niet meer op de deining rollen.
De volgende ochtend wordt onze aandacht getrokken door een groot drijvend donker iets in het water. Is het een walvis? We zien geen fontein, maar het beweegt wél. Met de verrekijker proberen we te ontdekken wat het is. Het blijken twee zeeschildpadden te zijn die elkaar liefhebben!
In de verte zien we twee zeilboten toekomen. Eddie steekt hun lijnen door een meerboei en haalt ons met zijn zessen weer op. Aan land worden de weerberichten bekeken en besproken, vanavond vertrekken we. Ons plan om naar het ‘Beveridge Reef’ te varen en daarna naar ‘Niue’, wordt herzien. Een front komt eraan en zou een verblijf in ‘Niue’ onmogelijk maken door wind & deining, die de onbeschermde moeringplaats oncomfortabel en aan land gaan onmogelijk maakt.
De mannen helpen Eddie & Simon met het herstellen van één van zijn aluminium boten, m.b.v. epoxy, revettang en revetten. De dames maken een wandeling over de motu en brengen een bezoek aan het graf van ‘William Marsters’. De nieuwe cruisers voegen zich bij ons groepje voor de lunch van verse vis met rijst. Zensation schrijfsels en een papieren bootje worden in het logboek van onze gastheer vereeuwigt en dan is het tijd om afscheid te nemen van onze gastfamilie en de andere cruisers.
Dit unieke plekje was een bezoek dubbel & dik waard. Onze geheugens zijn weer aangevuld met onvergetelijke ervaringen en belevenissen!
*Meer info of meer zien over dit eiland:
Zie ‘Floortje naar het einde van de wereld’
*Extra info voor cruisers:
Position 18° 02'31"S, 163° 11'39"W
Clearance
See Cook Islands Formalities for complete clearance information.
Edward Marsters
Telecom Cook Islands Ltd , Palmerston Office
Tel:+682 87265, 37616 or 37617 ,VHF Channel 16
Palmerston Island Administration
The Executive Officer , Palmerston Island
Tel:(682)376 20 ,VHF Channel 16
Arrival
On approach (maximum 15nm) call Palmerston Administration on VHF Ch. 16 with your approximate time of arrival. Do this even if you have cleared into the Cook Islands at Penrhyn, Aitutaki or Rarotonga.
Locals monitor VHF Ch. 16, 24h/day so they can assist with mooring/anchoring.
Someone will come out to hook you up to a mooring, or assist with anchoring, and will arrange for the officials to check you in, which takes place on the boat.
Bringing Supplies
The island is very isolated and a supply boat only comes once every 3-5 months. The islanders therefore appreciate it if cruisers are able to carry packages (food) if coming from Aitutaki or Rarotonga. Anyone willing should contact Edward Marsters giving as much notice of the expected departure date as possible.
Edward will contact family members who will bring supplies for you to take to Palmerston (such as eggs, fruit and vegetables).
Gifts of fishing hooks and lures, school supplies or staples, etc. are very much appreciated.