Woensdag, 14 - donderdag, 22 november ‘18 (UTC +13u = +12u tijdsverschil met BE(=UTC +1u) winteruur in België !)
De ‘Bay of Islands’ of ‘Iripiri’ (=vele plaatsen), ‘Peowhairangi’ (=naam in het Maori), de ‘Baai van Eilanden’ (=Nederlands) .
Het is een subtropische micro-regio, gekend voor zijn oogverblindende schoonheid en geschiedenis. Hier tref je palmbomen (weliswaar zonder kokosnoten), alsook loof- & naaldbomen, vele bloemen, struiken en andere begroeiingen.
Het was de eerste plek waar Europeanen zich vestigden. De zestien kilometer brede inham in het landschap die de ‘Bay of Islands’ heeft gecreëerd, telt 144 eilanden van verschillende vormen & landschappen begroeid met varens, hoge Kauribomen, regenwoud, bossen, weilanden, enz..., die omgeven zijn door goudgele tot zwarte stranden met stenen & prachtige schelpen. Daartussen ligt een schitterend vaargebied gevuld met appelblauwzeegroen water, de lievelingsplek van: dolfijnen, zeehonden, pinguïns en walvissen.
De drukte van de eenentwintigste eeuw heeft de baai nooit bereikt, hier heeft de tijd stilgestaan. 'Recreation is king', zeggen de bewoners zelf. Wandelpaden, kajakken, zwemmen, duiken, enz... genoeg om activiteit bezig te zijn.
Dit alles maakt de ‘Bay of Islands’ tot een van de populairste bestemmingen in Nieuw-Zeeland.
Klinkt aanlokkelijk niet waar?! En zo dus, varen we naar onze eerste bestemming, jammergenoeg zonder wind. Maar dat is een uitgelezen moment om de motor warm te laten draaien, zodat deze met de herstelde injecteurs kan uitgetest worden. In de verte zien we reeds een vinnetje boven water, een dolfijntje kromt zijn ruggetje en verdwijnt. Na 8 mijl zijn we reeds bij onze eerste stop: ‘Roberton Island’ (ook wél ‘Motuarohia Island’ genoemd (= 'Beloved Island')). We hebben de baai voor ons alleen, maar niet voor lang, dagexcursie boten varen af & aan. Volgens de reisgidsen een populaire plek en de meest gefotografeerd baai, omwille van de ‘Twin Lagoons Bay’. Vandaar dus al die drukte om ons heen. Binnen enkele uren valt de avond, de ontdekkingstocht aan land is voor de volgende dag. Onze Vlaamse buurman & vriend Rik (SY Masquenada) heeft problemen met zijn ankerbediening en the Captain gaat hem hierbij helpen. Na enige tijd is het euvel verholpen. De vislijn gaat overboord tijdens het vallen van de avond, een ideaal moment om wat aan de haak te slaan. En al snel hebben we beet: een soort makreel. Iets te klein om op te eten, maar goed om als levend aas te gebruiken om zo een grotere vis te lokken. Deze blijft uit...
De volgende ochtend maken we ons klaar voor een wandeling. Dit wordt onze eerste natte landing in Nieuw-Zeeland, althans met ons Sensationtje. Zelf heb ik reeds kennis mogen maken met de frisse watertemperatuur, toen ik ongewild, na een winkeluitstap, naast het ponton het water inkwam 😱! Ja, het zal mij maar weer gebeuren. Dan denk je dat je in de Marina veilig en onbezorgd over de steigers kan wandelen. Niets is minder waar... zeker niet wanneer je met een zwaar geladen kar de steile helling bij laag water naar beneden moet en deze helling schuin op het ponton uitkomt, waar slechts een kleine meter overblijft om de gevulde kar af te remmen en te draaien om zeker niet het water in te bollen. Hierdoor verloor ikzelf mijn evenwicht en plonsde ik te water! Nou, dat vond mijn smartphone helemaal niet leuk, voor die ene keer dat ie zonder drybag mee op stap was 📱 💦!!!
Nou, ja, het zij zo. Maar, waar waren we? O ja, met de dinghy op weg naar het strand.
Onze tenen verkrampen bij het voelen van de watertemperatuur, we slepen Sensationtje op het strand en drogen snel onze koude voeten en stoppen ze in een paar warme sokken & wandelschoenen. De slechts weinig overgebleven blote lichaamsdelen worden uitvoerig ingespoten met insektenbeschermer. The Captain werd reeds een tijdje terug verast door beten van ‘sandflies’! Deze kleine vliegjes komen vaak met tientallen tegelijk en zorgen voor bultjes die pas uren later zichtbaar worden en enorm jeuken. Dus een beetje bescherming tegen deze vervelende beestjes, muggen en andere insekten, is geen overbodige luxe.
Via een korte steile wandeling, die door natuurlijke trappen toegankelijker is gemaakt, bereiken we de top met het uitzicht op de twee baaien, die aan ene kant twee natuurlijke zwembaden vormen. Adembenemend, een dunne strook zand & land maakt een scheiding tussen de twee baaien.
Op dit eiland, in de naastgelegen zuidelijke baai, nml.: Cook’s Cove, was het dat Captain Cook in 1769 met HMS Endeavour ankerde en voor het eerst voet aan wal zette, na een stevige schermutseling met de Maori’s.
Het eiland kent een tragische geschiedenis i.v.m. de ‘Roberton’ familiemoord, de privé-eigenaars van het eiland, dat plaats vond in 1841.
Het eiland heeft verscheidene stranden: zwart vulkanisch, goudgeel strand gevuld met keien & mooie schelpen. Weer aan boord, halen we anker op en varen verder.
Alle eilanden liggen hier op enkele mijlen bij elkaar. Genoeg eilanden & baaien om uit te kiezen, de windrichting & deining zijn de natuurelementen die bepalen welke plek de beste beschutting biedt en het comfortabelste is. Hier geen koraalriffen om tussen te navigeren, maar wél heel wat rotsen boven & onder het wateroppervlak.
De namen zijn in ‘t Maori, soms een beetje moeilijk uit te spreken, maar eens de klinkers van je tong rollen, klinkt het grappig.
‘Urupukapuka Island’, ‘Otaio Bay’, hier graaft het anker zich in. Het is een onbewoond eiland dat behoord tot ‘Department of Conservation Area’ (= beschermd natuurgebied verboden voor honden & katten). Over het hele eiland lopen goed gemarkeerde wandelpaden van baai naar baai, over de bergruggen.
De volgende ochtend zijn we reeds vroeg op pad. De natuur & uitzichten laten onze monden openvallen. Indrukwekkende spinnenwebben als cocons rond planten trekken de aandacht. Vogels fluiten vrolijk om ons heen. De ‘tui’ (= toei in ‘t Nederlands) is een muzikale vogel met twee witte pomponnetjes onder op zijn borst. De mannen kunnen de naam vooral onthouden door het gelijknamig landelijk gebrouwen bier, dat reeds enkele proef- & smaaktesten onderging en doorstond 😉.
Onze rustplaats is een bar/restaurant in de ‘Otehei Bay’, die behoort tot de ferries van ‘Explorer’, die hier een vaste stopplaats maken. De passagiers schuiven meteen aan ‘t buffet en laten zich even later in een zitzak vallen tot de hoorn van de ferrie weer blaast voor vertrek.
Wij genieten van wat lekkers (kaas & jalapenõ kroketjes, njammie), brengen het vochtpeil weer in balans en wandelen enkele kilometers terug. Onderweg horen we schapen 🐑🐏 mekkeren en even later kruisen ze ons pad.
Een heerlijk zeiltochtje brengt ons de volgende dag naar ‘Whale Bay’. De vislijn hangt uit, maar bij aankomst hebben we nog niks gevangen. We besluiten even voor de baai nog een kans te wagen. Een uurtje rolt onze dame over de deining, maar de vangst blijft uit. Op de steile gebergten zien & horen we een kudde schapen. Er is geen landingsplaats, het was het vis-symbooltje bij deze ankerplek die ons naar hier heeft gelokt...
De volgende dag varen we langs een cruiseschip naar het lieflijke stadje ‘Russell’. We waren hier reeds eerder met de wagen geweest, het is een schattig historisch stadje dat midden in de baai ligt.
Russell, vroeger Kororareka (= Maori naam) genoemd, was 150 jaar geleden, de eerste hoofdstad van Nieuw-Zeeland en voor Nieuw-Zeelandse begrippen is dat ontzettend oud! Een wandeling brengt je naar een 360° uitkijkpunt, 'Flag Staff', genaamd. Dit is een belangrijke plaats voor de bevolking, aangezien hier na het tekenen van de overeenkomst tussen de Engelsen en de Maori, de Engelse vlag werd gehesen. Er waren echter een aantal Maori die het er niet mee eens waren en die tot 4 maal toe de vlaggenmast omgehakt hebben.
Ooit werd het stadje nog 'The Hell Hole of the Pacific' genoemd. Die naam kreeg het doordat zeevarende lui zich hier, na maanden op zee, kon vergrijpen aan vrouwen, bier & gokken
Bij aankomst zien we de start van een zeilwedstrijd waar onze Nieuw-Zeelandse vrienden met hun boot ‘Rocky’ aan deelnemen. The Captain laat de wedstrijd aan zich voorbij gaan, we moedigen hen van op het dek aan en genieten van het aangename zonnetje. In het stadje is er een gezellige drukte door de cruiseschip-passagiers en de zondagse genieters.
Het eiland is makkelijk bereikbaar, verscheidenen ferries pendelen tussen de haven van Paihia en Russell (deze liggen tegenover elkaar).
In het Museum kan je een kopie van Captain Cooks schip ‘Endavour’, op schaal 1/5 van de ware grootte, bewonderen. Het is een mooie dag en het is heerlijk vertoeven in het charmant toeristisch stadje.
Tegen de late namiddag varen we ook naar de overkant en droppen het anker voor het stadje ‘Paihia’.
De volgende ochtend meert er weer een cruiseschip af en dit brengt ook hier extra leven in de brouwerij. Het graspleintje waar de wekelijkse boerenmarkt wordt gehouden, wordt weer omgetoverd in een gigantische ambachtelijke markt met leuke souveniers, juwelen, accessoires, enz... Ook in dit levendige kustplaatsje vertoeven we graag en kennen we ondertussen onze weg.
Door de windvoorspellingen zoeken we de volgende dag een beschuttere plek op, bij ‘Orokawa Bay’. Hier treffen we onze Nederlandse vrienden van Thalassa. De regen & wind zitten we uit met gezellige thee- & koffiekransjes en lekkere potlucks. Ondertussen worden wat bootprojectjes uitgevoerd en laat ik mijn creativiteit de vrije loop bij het maken van juwelen met de gevonden schelpen van onze bestemmingen in de Pacific.
Wanneer we aan wal gaan is de kledingkeuze moeilijk. De Kiwi’s zeggen zelf dat ze vier seizoenen op één dag kunnen hebben. Hierdoor doen we aan lagen-kleding en de ene moment trek je wat uit en de andere aan. Zo zijn we vaak heel de dag zoet met onszelf aan & uit te pelsen 😉. Het wandelen is fijn, maar we missen het zwemmen & snorkelen en het scheelt ook wat in de stapel was.
Sinds ons vertrek uit de Marina, is de binnendouche weer in gebruik genomen. Warm water wordt gemaakt door de motor even te laten draaien.
We moeten vaak terugdenken aan onze zeiltrips in Nederland & België en aan het begin van onze reis: natte landingen in koud water, wisselvallige weer, een warme binnendouche, véél meer binnen leven dan in de kuip,... maar dit alles heeft ook z’n charmes en de omgeving is hier zo mooi. We appreciëren het land met ‘Westerse’ gewoonten, grote supermarkten met héél veel keuze aan lekkere dingen en bijna alle verse groenten & fruit. Het is asperge seizoen, de groene asperges zijn hier lekker en goedkoop. De grote sappige aardbeien 🍓, die we van een Chinees met een kraampje langs de weg kopen, smaken voller & zoeter dan we ze ons nog kunnen herinneren.
Alleen de visvangst laat nog wat op zich wachten... althans de groten. The Captain doet er nochtans alles aan. Hij heeft flink opgelet tijdens de vis-workshop, extra vismateriaal gekocht, dit alles wordt uitvoerig uitgetest in de praktijk. De kleintjes bijten en worden als levend aas of in stukjes gebruikt, maar een stukje salami heeft blijkbaar de voorkeur voor de vissen, liefst gerookt, na een hele dag in de zon!