zaterdag 2 december 2017

Dag 5: Frans Polynesië, Tuamotus: Rangiroa - Markiezen

Woensdag, 29 november 12u tot donderdag, 30 november ‘17, 12u  (UTC -10u = -11u tijdsverschil met BE(UTC +1u)!) 

Resultaten na 24u:
Afgelegde afstand: 130NM
Gemiddelde snelheid: 5,4kn
Knopen wind: windmeter laat het afweten
Positie: 09º11’12S  140º51’27W
Koers: 036°

 De gunstige voorspelde oostenwind blijft uit, even is die er, maar slechts voor korte tijd, want enkele uren later wordt die reeds verstoord door squalls. Het is weer nacht en de ene na de andere teistert ons. De windshifts die er inzitten zijn ongunstig voor ons en duwen ons weer verder weg van onze eindbestemming... we willen géén noordoostenwind... we willen oostenwind, want onze bestemming ligt in het noordoosten! 
De zee zwelt aan en de golven bouwen op met overvloedig opspattend zoutwater als gevolg! Zo houden we ‘t NIET droog!!! 
Waar blijft die oostenwind?
Het is al langer duidelijk dat we nog een extra nachtje op zee gaan vertoeven, aangezien dag 6 bijna aanvangt. 

Ons respect voor de zeevaarders van vroeger groeit met de minuut! Zij hadden niet de moderne apparatuur van plotters, navigatiesystemen, windmeter, satteliettelefoon, enz... Te bedenken dat er nu nog op deze manier wordt gevaren door Polynesiërs met een ‘pirogue’, als eerbetoon aan hun voorouders. ‘Petje af’!

Even wat geschiedenis & meer over de ‘pirogue’ of ‘vlerkprauw’, de typisch Polynesische catamaran waarmee ze de Polynesische eilanden ontdekten en bevolkten en die als centraal symbool staat afgebeeld op de vlag van Frans Polynesië.
Met dank aan internet voor deze informatie:

KANO’S, CATAMARANS EN DE POLYNESISCHE VAARCULTUUR

Sinds de oertijd gebruikt de mens bootjes om zich te verplaatsen. Vervoer over water was sneller, gemakkelijker en minder zwaar dan over land. Culturen over de hele wereld raakten verweven met het water. Eén watercultuur is bijzonder opvallend. Duizenden jaren geleden maakten de volkeren van Oceanië de verre reizen over de meest gevaarlijke oceanen. Vanaf de dertiende eeuw bevolken ze bijna alle eilanden van de Stille Oceaan. Ze gebruikten hiervoor enkel kano’s en catamarans. De cultuur was - en is - mysterieus.
Melanesiërs, Polynesiërs en Micronesiërs zijn genetisch niet verwant. De laatste twee volkeren delen wel culturele kenmerken. De vaarcultuur is nergens zo verfijnd als bij de Polynesiërs. Deze trokken met hun bootjes oostwaarts. In de loop van de eeuwen zijn er zo honderdduizenden mensen gemigreerd. Hun cultuur is verspreid over talloze eilanden. Bij de Polynesische culturen lag de oorsprong van de Maori in Nieuw-Zeeland, dat tussen het jaar 500 en 1200 bevolkt raakte, evenals de oorspronkelijke bewoners van Hawaï, dit eiland werd bereikt in de vijfde eeuw.

Over de oceanen
De kanocultuur was bijzonder verfijnd. Het stelde de volkeren in staat om een groot deel van de eilanden van Oceanië te bevolken. Onderzoek naar patronen in het DNA van de Micronesiërs, Melanesiër en Polynesiërs ondersteunt de stelling dat allen oorspronkelijk afstammen van één enkel volk. De Polynesiërs verspreidden zich in de loop van de geschiedenis naar Paaseiland (dertiende eeuw) en Hawaï (vijfde eeuw). Duizenden kilometers werden afgelegd over de ruwe oceanen. Mogelijk ging men nog verder; speculaties spreken van bestemmingen zo ver als Amerika en Antarctica.

 Op de vlucht
Vele duizenden jaren geleden voeren de volkeren oostwaarts. Steeds maar weer verder; op de vlucht voor overbevolking, stamconflicten en dreigende honger. De leefbaarheid van kleine eilandjes en atols was beperkt. Zelfs de meest geringe klimaatsverandering kon een eiland en haar ecosysteem in gevaar brengen. Men ging de zee op, de sterke Westenwind bepaalde de richting.

Bijzondere navigators
Maar hoe vond de eenzame Polynesiër dan de weg? Een ingewikkelde en uitgekiende strategie was ontwikkeld. Overdag navigeerde men met de stand van de zon. ‘s Nachts gebruikte men de beweging van sterren als leidraad. Op een bepaald moment van de nacht stond een bepaalde ster op het noorden. Zeevaarders dienden de wisselende posities van de sterren te onthouden. Ook moest men een goed besef van tijd hebben: op nachtelijke vaartochten mocht een eenzame zeevaarder niet slapen.

Boten van bijna 20 meter
De levenslessen van navigatie, de geheimen van de zee en de mysteries van de wind werden doorgegeven aan vele generaties. Vermoedelijk werden kinderen vanaf jonge leeftijd klaargestoomd voor een leven op zee. Dit was niet zonder reden; ook zij gingen mee met de grote migraties. Hele families voeren op de bootjes. De grootste boten waren bijna 20 meter lang. Ze bestonden uit twee grote kano, verbonden door een stevige houten constructie; het waren dus ‘catamarans’. Deze boten hadden een zeil, maar werden waarschijnlijk voortbewogen met riemen. Er was voldoende ruimte voor een aantal gezinnen en een kleine veestapel. Er waren maar weinig voorraden; drinkwater werd opgevangen en voedsel werd uit de oceaan gevist. De navigatie werd vermoedelijk afgewisseld. Iedereen kwam aan de beurt.

Een geschikte nieuwe wereld
De Polynesiërs op weg naar Hawaï en Paaseiland wisten niet wat hun uiteindelijke bestemming zou gaan worden. Men wist ook niet óf de tocht een bestemming zou krijgen. Er was geen kennis over de gebieden die zij bevaarden. Het is verwonderlijk dat kleine, eenzame eilandjes als Paaseiland ontdekt zijn door een Polynesische vloot van kano’s. Wat dreef ze dan op zoek te gaan? Waarschijnlijk stopten de volkeren niet met varen voordat er een geschikte ‘nieuwe wereld’ gevonden was. Terugkeren had geen zin. Wel werden er voortdurende contacten onderhouden met de bekende eilanden.
Bio-geo-nauto-grafie
Er was veel kennis nodig van de zee om land te vinden. De zeevaarder moest de ogen open houden. Enkele zaken duidden op land: vliegende zeevogels, de vorming van wolken en de golven. De aanwezigheid van zeeleven kon duiden op ondiepe wateren. Het zou dan niet lang duren voordat het land in zicht zou komen.
Kennis van stam en schip
De bootjes waren bijzonder kwetsbaar. In de handen van een bekwame zeevaarder vormde dit geen probleem. De duurzaamheid was echter klein en veel bootjes moesten geproduceerd worden om te kunnen blijven reizen. Dit kostte veel hout. Waar de Oceaniërs aanvankelijk volledige boomstammen gebruikten in de bouw van hun bootjes werd men gedwongen om over te schakelen naar riet en losse takken. Deze noodbootjes waren kwetsbaarder dan de gebruikelijke bootjes. Op Paaseiland leidde dit vanaf de vijftiende eeuw tot isolatie. Door ontbossing verloor het eiland al het contact met de buitenwereld.

De cultuur stuurt
Kano’s en catamarans brachten de Polynesiërs ver. Het waren echter niet alleen de bootjes die het mogelijk maakte om verre oorden te bereiken. De bootjes lagen aan de oorsprong van een echte vaarcultuur. Deze cultuur was gebaseerd op kennis van de zee. Toch blijven deze grootse reizen bijzonder omdat ze meer vragen oproepen dan beantwoorden, ondanks al het wetenschappelijke onderzoek.

Er ontstond een Hawaïaans experiment om de volksverhuizingen van eeuwen geleden te re-ensceneren met een dubbele uitleggerkano, de “Hokule'a”. De kano is een replica van de boten die de Polynesiërs 3000 jaar geleden waarschijnlijk gebruikten om de eilandengroep in de Stille Oceaan te ontdekken en te bevolken. Polynesië bestaat uit zo'n duizend eilanden. In 1976 zeilden ze er eerst een jaar mee rond de Polynesische eilanden. De poging werd een succes: de pirogue zeilde 5370 km in 32 dagen zonder navigatie-instrumenten. Die wederingebruikname van de vlerkprauw door de Polynesiërs is een eerbetoon aan de zeetochten van hun voorouders en een herovering van hun identiteit.

Het experiment werd vergroot tot een wereldomzeiling. Na 3 jaar keerde “Hokule'a” terug in haar thuishaven in Honolulu, Hawaï, na een reis om de wereld. De kano vaarde zonder moderne navigatiesystemen rond de aarde om terug te keren in Honolulu.

Navigeren op de sterren
De bemanningsleden bepaalden hun koers met behulp van de sterren, de getijden, de wind, de golven, de soorten vogels en ander tekenen van de natuur. Zo navigeerde de kano ongeveer 74.000 kilometer, bezocht 23 landen en meer dan 150 havens. Ze zeilden zoals onze voorouders dat ook deden, doordat ze alles wat zij konden opnieuw onder de knie moesten krijgen!

Toch prachtig niet waar! Hier zitten wij dezelfde wateren te bevaren, maar dan met moderne apparatuur. 
In de Disney-animatiefilm Moana/Vaiana, komt deze geschiedenis en navigatie ook aan bod. En wij, wij hadden, enkele weken terug in Tahiti, zo’n mazel om toevallig een lift te krijgen van één van de 16 bemanningsleden van de allernieuwste ‘pirogue’: “Hikianalia” en deze met onze eigen ogen te mogen aanschouwen. Met open mond keken we naar de inkerving van de sterren op de vloer, niet wetende wat het juist allemaal voor hen betekend. We zitten nu met nog zoveel vragen en hopen ergens één van de pirogues te treffen op één van de eilanden, of een bemanningslid om nog meer te weten te komen over deze ‘unieke’ manier van varen.

Ondertussen hopen we op een gunstige windshift die reeds enkele dagen voorspelt is, maar uit blijft... het reëele bewijs dat de moderne technologie niet altijd beter is of betrouwbaar ;-)

Links i.v.m. de twee pirogues:

https://en.m.wikipedia.org/wiki/Hōkūleʻa