vrijdag 19 oktober 2018

Îles de Wallis

Zondag, 2 - maandag, 10 september ‘18
(UTC +12u = +10u tijdsverschil met BE(=UTC +2u)!)

Îles de Wallis (= ʻUvea’) is een Polynesisch eiland in de Zuidelijke Pacific, dat sinds 2003 behoort tot de Frans overzeese gemeenschap (collectivité d'outre-mer, or COM) van ‘Wallis & Futuna’(zustereiland Futuna ligt 150NM van Wallis). Deze eilanden zijn voor velen vrijwel onbekend.
Duizend jaar geleden ontdekt door reizende Tonganen voordat de Brit, Samuel Wallis,  in 1767 het eiland ontdekte. Franse missionarissen vestigden er zich in 1837, waardoor het een Frans protectoraat wordt in 1942. In 1888 worden Wallis & Futuna onder de administratie van Nieuw Caledonië geplaats en in 1961 worden ze een overzees territorium.

‘Îles de Wallis’ is 159km² groot en bevat het hoofdeiland ‘Uvéa’, tien kleinere vulkanische eilandjes (in het oostelijke deel van de lagoon), deze zijn allen omringd door een barrier rif met twaalf kleine motu’s (koraaleilanden). Het rif bevat vijf passen, maar de grote schepen kiezen de lagoon in te varen via de ‘Honikulu Pas’, de meest zuidelijke pas. ‘Uvéa’ is over het algemeen heuvelachtig, met een geleidelijke rijzende vulkaan  ‘Mt. Lulu Fakahega’ (145 meters). Er bevinden zich diverse verswater kratermeren.

Op maandagmorgen varen we naar het hoofdeiland ‘Uvéa’ en ankeren we voor de hoofdstad ‘Matāʻutu’. Meteen valt de grote kathedraal op die gebouwd is van blauwe vulkanisch gesteente, met daarnaast het Koninklijk Paleis, waarop de Wallisiaanse & Franse vlaggen wapperen. Wallis is een koninkrijk dat wordt bestuurd door een koning met zijn premier & ministers. Aan de overkant van het paleis, naast het water, bevindt zich de fale ‘Fono’, dit is de ontmoetingsplaats van alle chiefs (= burgemeesters/eilandafgevaardigden) van de eilanden.

We dinghieën naar het grote dok, waar de douane zijn gevestigd. Het onthaal is vriendelijk en al snel worden de nodige documenten ingevuld met de mededeling dat we bezoekend plezierjacht nummer ‘23’ van het jaar zijn. Ja, veel toeristen (enkel bereikbaar met vluchten vanuit Nieuw Caledonië) of bezoekende jachten komen hier niet, het ligt een beetje buiten de gebruikelijke route, zeg maar. Zoals jullie reeds weten, vinden we zulke plaatsjes net leuk en willen we deze bezoeken, indien mogelijk. We worden er wél vriendelijk op gewezen dat we geankerd zijn vlakbij de nieuwe ‘internet’ kabel! Oeps,... die staat nog niet aangeduid op onze kaart of in de baai... We waren reeds van plan om na het inklaren een rustigere & meer beschutte ankerplek te gaan opzoeken.
Bij de gendarmerie moeten we ons nog even aanmelden en worden onze paspoorten afgestempeld. We zijn vrij om ons te bewegen & de eilanden te exploreren en dat ‘gratis & voor niks’. Toch fijn dat onze zuidelijke buren zoveel overzeese prachtige eilanden hebben en gratis openstelt om ze te bezoeken. Daar kunnen andere landen nog wat van leren!
Bij het postkantoor zijn we verbaast over de hoge kosten voor een sim-kaart (5000CFP= 40€) en nog eens hetzelfde bedrag voor 4GB data. Dat is 80€ in totaal voor slechts 4GB! Dat is pure afzetterij! Dat is het voorrecht van enige provider te zijn en geen concurrerende goedkopere telefoon- & internetaanbieders te hebben. We houden het voor gezien en een meeluisterende Fransman wil ons helpen. Hij stelt ons voor om naar hem thuis te gaan, maar we zijn al blij met zijn hulp & informatie en kiezen voor een lift naar een pensionnetje waar we bij een drankje gratis gebruik mogen maken van hun internet. Hopelijk trekken we straks de stekker, of beter gezegd de ‘kabel’ er niet uit wanneer we anker op gaan en zetten we zo heel het eiland zonder internet! Hi, hi, hi,...

We verwachten eenzelfde mentaliteit, cultuur, openheid & vrijgevigheid zoals in Frans Polynesië. Het is hier tenslotte nog Polynesië & Frans. Onze Franse woordenschat wordt weer bovengehaald, aangezien het Wallisiens weer een andere Polynesische taal is die we niet machtig zijn en het Engels door slechts enkele gesproken wordt. Onze restanten Polynesische franken komen hier goed van pas, aangezien een ATM ontbreekt en de enige bank op het eiland hoge transactiekosten aanrekent voor het omwisselen van geld. In de twee grotere supermarkten kan je met je bankkaart/betaalpas afrekenen. Er zijn nog ettelijke kleine buurtwinkeltjes/magasins en allen verkopen ze de bekende ‘Franse baguette’. Wél een maatje kleiner en dubbel de prijs van in Frans Polynesië. In de koeling vind je lekkere Franse kazen. Het leven is hier prijzig, zoals in Frans Polynesië. De mensen zijn vriendelijk, maar terughoudend. Vooral de ‘blanke’ Fransen zoeken contact en bieden ons hulp aan.
Door de straten rijden 4x4’s waarmee de bewoners naar hun plantages rijden. Hier verbouwen ze taro, yam, maniok, broodvrucht, bananen  & kava. De kokosnootplantages werden in de jaren 1930 vernietigd door een soort kever, die ondertussen onder controle is. De aanwezige kokosnoten worden nu vooral gebruikt als voedsel voor de varkens & zwijnen, die een belangrijke voedselbron zijn. Verse groenten & fruit zijn zeldzaam in de supermarkt en de meeste zijn ingevoerd vanuit het buureiland Nieuw Zeeland. Medische zorg en onderwijs zijn gratis. Van de ongeveer 10000 inwoners, wonen & werken de meesten in Nieuw Caledonië of Frankrijk.
Bij ons bezoek arriveert het bevoorradingschip ‘Captain Wallis’. Bijna twee dagen ligt hij aan het dok en worden er vooral dingen afgeladen. De bewoners voeren weinig van hun voedsel of handgemaakte ‘tapa’ kleding uit.

Ondertussen hebben we ons dobberend huisje verlegd voor de eilanden ‘Île Fangalei & Île Luaniva’. De lagoon is hier prachtig en bij laag water kunnen we van eiland naar eiland lopen. Er komt geen einde aan het goudgele zandstrand! Uren kunnen we er rond wandelen, zo groot wordt het. Maar we houden het getij goed in de gaten, zodat we niet afgezonderd worden van ons Sensationtje en tijdig terug kunnen dinghieën naar Zensation. Zo blijven we op afzondering leven als ‘Robinsons’, genietend van onze privé-eilandjes en de idyllische omgeving. De enige bezoekers zijn kinderen in hun optimisten die een uitstapje maken met de zeilschool. Na enkele dagen dinghieën we de meer dan 1mijl naar het hoofdeiland voor wat proviand en een avondje uit eten. Bij de pizzeria scoren we niet alleen lekkere pizza’s, maar ook goed internet. De tocht terug houden we het niet droog met de windgolven die in de lagoon staan.
Na enige dagen komt er een bekende boot de lagoon binnen gevaren. Onze Nieuw Zeelandse vrienden van Margarita zijn reeds eerder op ‘Îles de Wallis’ geweest. Samen huren we een 4x4 voor twee dagen en maken we een eilandtoer.
Straatnamen zijn er niet, de enkele straten die het eiland bezit hebben een nummer! Op het hoogste punt van het eiland staat een Nonnenklooster. Hier krijgen we een panoramisch uitzicht over de lagoon, eilanden, rif & motu’s.
We bezoeken de overblijfselen van het ‘Talietumu’ fort uit 1450, daterend van de Tongaanse overheersers. Het zoetwater kratermeer ‘Lac Lalolalo’, is een spectaculair meer met steile kliffen van zo'n 30 meter hoog. Onderweg houden we halt bij enkele kerken. De ene al wat groter dan de andere. Opvallend is dat ‘moeder Maria’ overal groot aanwezig is en duidelijk de patroonheilige is hier. Het doet ons denken aan het bedevaartsoord ‘Lourdes’ (ook als zijn we er nog nooit geweest!). In een huis vinden we een verborgen lokaal restaurantje aan de lagoon. Aan uithangborden doen ze hier niet, elke woning kan een winkel of eethuis zijn. We krijgen een heerlijke lunch voorgeschoteld.
Voor en na de eilandtoer, stoppen we even op de parking van de Pizzeria en maken we van gebruik van het internet (dat ze duidelijk niet afsluiten tijdens sluitingstijd, lucky us!).
Ondertussen is er een snorkelzoektocht ingezet naar Captain’s zonnebril... deze is op een avond in het water gevallen, tijdens het ophangen van de bijboot. Het is Beryl van Margarita die hem vindt! Thanks Beryl.
Ook al genieten we van Wallis en haar eilanden en hadden we hier meer tijd gepland & willen besteden, kondigt ons vertrek zich vroeger aan dan verwacht. Een weervenster, dat hier niet snel voorkomt, om naar Tonga te varen, kondigt zich aan. Met tegenzin klaren we uit op vrijdag, om maandagnamiddag te vertrekken. (Zo makkelijk zijn de Wallisianen & Franse ambtenaren, kom maar voor het weekend, indien je in het weekend of op maandag wil vertrekken, zonder buiten de werktijden kosten of wat dan ook.)
Op zaterdagavond & zondagmorgen liggen er massa’s plastiek zakken in de supermarkt SEM, allen gevuld met een andere bloemenkrans om te kopen & te dragen tijdens de zondagse kerkdienst(en). Toch is het stilletjes in het dorp op zondagmorgen, wanneer we nog even wat croissants, een baguette en gebraden kip gaan kopen voor tijdens onze tocht. Zelfs de grote kathedraal houdt haar deuren gesloten. Dus geen kerkdienst voor ons ;-)
We nemen afscheid van Margarita en verkassen weer naar onze eerste motu ‘Île Faioa’, waar we dichter bij de pas liggen. Een zeeschildpad, pijlstaartrog
 en barracuda zwemmen voorbij, terwijl ik op de punt de koraalbommen probeer te spotten in het heldere aquamarijn blauw-groene water.
Onverwacht treffen we SY Sombrio bij het eiland en houden we een potluck met Sandi & Ian ter afscheid. Zo kan ik Sandi nog de beloofde knipbeurt geven en meteen ook the Captain z’n coupe bijwerken.
De volgende dag vertrekken ze naar het hoofdeiland om in te klaren en zwaaien we ze uit. De laatste uren voor vertrek brengen we al snorkeld door, langs de uniek gevormde koraalbommen.

Extra info:
*vlag voering:
Officieel voert het gebied de vlag van Frankrijk
De niet-officiële vlag van Wallis en Futuna bestaat uit een rood veld met daarop een wit vierkant met een rood andreaskruis.