Zondag, 2 - maandag, 10 september ‘18
(UTC +12u = +10u tijdsverschil met BE(=UTC +2u)!)
Îles de Wallis (= ʻUvea’) is een Polynesisch eiland in de
Zuidelijke Pacific, dat sinds 2003 behoort tot de Frans overzeese gemeenschap
(collectivité d'outre-mer, or COM) van ‘Wallis & Futuna’(zustereiland
Futuna ligt 150NM van Wallis). Deze eilanden zijn voor velen vrijwel onbekend.
Duizend jaar geleden ontdekt door reizende Tonganen voordat
de Brit, Samuel Wallis, in 1767 het
eiland ontdekte. Franse missionarissen vestigden er zich in 1837, waardoor het
een Frans protectoraat wordt in 1942. In 1888 worden Wallis & Futuna onder
de administratie van Nieuw Caledonië geplaats en in 1961 worden ze een overzees
territorium.
‘Îles de Wallis’ is 159km² groot en bevat het hoofdeiland
‘Uvéa’, tien kleinere vulkanische eilandjes (in het oostelijke deel van de lagoon),
deze zijn allen omringd door een barrier rif met twaalf kleine motu’s
(koraaleilanden). Het rif bevat vijf passen, maar de grote schepen kiezen de
lagoon in te varen via de ‘Honikulu Pas’, de meest zuidelijke pas. ‘Uvéa’ is
over het algemeen heuvelachtig, met een geleidelijke rijzende vulkaan ‘Mt. Lulu Fakahega’ (145 meters). Er bevinden
zich diverse verswater kratermeren.
Op maandagmorgen varen we naar het hoofdeiland ‘Uvéa’ en
ankeren we voor de hoofdstad ‘Matāʻutu’. Meteen valt de grote kathedraal op die
gebouwd is van blauwe vulkanisch gesteente, met daarnaast het Koninklijk
Paleis, waarop de Wallisiaanse & Franse vlaggen wapperen. Wallis is een
koninkrijk dat wordt bestuurd door een koning met zijn premier & ministers.
Aan de overkant van het paleis, naast het water, bevindt zich de fale ‘Fono’,
dit is de ontmoetingsplaats van alle chiefs (=
burgemeesters/eilandafgevaardigden) van de eilanden.
We dinghieën naar het grote dok, waar de douane zijn
gevestigd. Het onthaal is vriendelijk en al snel worden de nodige documenten
ingevuld met de mededeling dat we bezoekend plezierjacht nummer ‘23’ van het
jaar zijn. Ja, veel toeristen (enkel bereikbaar met vluchten vanuit Nieuw
Caledonië) of bezoekende jachten komen hier niet, het ligt een beetje buiten de
gebruikelijke route, zeg maar. Zoals jullie reeds weten, vinden we zulke
plaatsjes net leuk en willen we deze bezoeken, indien mogelijk. We worden er
wél vriendelijk op gewezen dat we geankerd zijn vlakbij de nieuwe ‘internet’
kabel! Oeps,... die staat nog niet aangeduid op onze kaart of in de baai... We
waren reeds van plan om na het inklaren een rustigere & meer beschutte
ankerplek te gaan opzoeken.
Bij de gendarmerie moeten we ons nog even aanmelden en
worden onze paspoorten afgestempeld. We zijn vrij om ons te bewegen & de
eilanden te exploreren en dat ‘gratis & voor niks’. Toch fijn dat onze
zuidelijke buren zoveel overzeese prachtige eilanden hebben en gratis openstelt
om ze te bezoeken. Daar kunnen andere landen nog wat van leren!
Bij het postkantoor zijn we verbaast over de hoge kosten
voor een sim-kaart (5000CFP= 40€) en nog eens hetzelfde bedrag voor 4GB data.
Dat is 80€ in totaal voor slechts 4GB! Dat is pure afzetterij! Dat is het
voorrecht van enige provider te zijn en geen concurrerende goedkopere telefoon-
& internetaanbieders te hebben. We houden het voor gezien en een
meeluisterende Fransman wil ons helpen. Hij stelt ons voor om naar hem thuis te
gaan, maar we zijn al blij met zijn hulp & informatie en kiezen voor een
lift naar een pensionnetje waar we bij een drankje gratis gebruik mogen maken
van hun internet. Hopelijk trekken we straks de stekker, of beter gezegd de
‘kabel’ er niet uit wanneer we anker op gaan en zetten we zo heel het eiland
zonder internet! Hi, hi, hi,...
We verwachten eenzelfde mentaliteit, cultuur, openheid &
vrijgevigheid zoals in Frans Polynesië. Het is hier tenslotte nog Polynesië
& Frans. Onze Franse woordenschat wordt weer bovengehaald, aangezien het
Wallisiens weer een andere Polynesische taal is die we niet machtig zijn en het
Engels door slechts enkele gesproken wordt. Onze restanten Polynesische franken
komen hier goed van pas, aangezien een ATM ontbreekt en de enige bank op het
eiland hoge transactiekosten aanrekent voor het omwisselen van geld. In de twee
grotere supermarkten kan je met je bankkaart/betaalpas afrekenen. Er zijn nog
ettelijke kleine buurtwinkeltjes/magasins en allen verkopen ze de bekende
‘Franse baguette’. Wél een maatje kleiner en dubbel de prijs van in Frans
Polynesië. In de koeling vind je lekkere Franse kazen. Het leven is hier
prijzig, zoals in Frans Polynesië. De mensen zijn vriendelijk, maar
terughoudend. Vooral de ‘blanke’ Fransen zoeken contact en bieden ons hulp aan.
Door de straten rijden 4x4’s waarmee de bewoners naar hun
plantages rijden. Hier verbouwen ze taro, yam, maniok, broodvrucht,
bananen & kava. De
kokosnootplantages werden in de jaren 1930 vernietigd door een soort kever, die
ondertussen onder controle is. De aanwezige kokosnoten worden nu vooral
gebruikt als voedsel voor de varkens & zwijnen, die een belangrijke
voedselbron zijn. Verse groenten & fruit zijn zeldzaam in de supermarkt en
de meeste zijn ingevoerd vanuit het buureiland Nieuw Zeeland. Medische zorg en
onderwijs zijn gratis. Van de ongeveer 10000 inwoners, wonen & werken de
meesten in Nieuw Caledonië of Frankrijk.
Bij ons bezoek arriveert het bevoorradingschip ‘Captain
Wallis’. Bijna twee dagen ligt hij aan het dok en worden er vooral dingen
afgeladen. De bewoners voeren weinig van hun voedsel of handgemaakte ‘tapa’
kleding uit.
Ondertussen hebben we ons dobberend huisje verlegd voor de
eilanden ‘Île Fangalei & Île Luaniva’. De lagoon is hier prachtig en bij
laag water kunnen we van eiland naar eiland lopen. Er komt geen einde aan het
goudgele zandstrand! Uren kunnen we er rond wandelen, zo groot wordt het. Maar
we houden het getij goed in de gaten, zodat we niet afgezonderd worden van ons
Sensationtje en tijdig terug kunnen dinghieën naar Zensation. Zo blijven we op
afzondering leven als ‘Robinsons’, genietend van onze privé-eilandjes en de
idyllische omgeving. De enige bezoekers zijn kinderen in hun optimisten die een
uitstapje maken met de zeilschool. Na enkele dagen dinghieën we de meer dan
1mijl naar het hoofdeiland voor wat proviand en een avondje uit eten. Bij de
pizzeria scoren we niet alleen lekkere pizza’s, maar ook goed internet. De
tocht terug houden we het niet droog met de windgolven die in de lagoon staan.
Na enige dagen komt er een bekende boot de lagoon binnen
gevaren. Onze Nieuw Zeelandse vrienden van Margarita zijn reeds eerder op ‘Îles
de Wallis’ geweest. Samen huren we een 4x4 voor twee dagen en maken we een
eilandtoer.
Straatnamen zijn er niet, de enkele straten die het eiland
bezit hebben een nummer! Op het hoogste punt van het eiland staat een
Nonnenklooster. Hier krijgen we een panoramisch uitzicht over de lagoon,
eilanden, rif & motu’s.
We bezoeken de overblijfselen van het ‘Talietumu’ fort uit
1450, daterend van de Tongaanse overheersers. Het zoetwater kratermeer ‘Lac
Lalolalo’, is een spectaculair meer met steile kliffen van zo'n 30 meter hoog.
Onderweg houden we halt bij enkele kerken. De ene al wat groter dan de andere.
Opvallend is dat ‘moeder Maria’ overal groot aanwezig is en duidelijk de
patroonheilige is hier. Het doet ons denken aan het bedevaartsoord ‘Lourdes’
(ook als zijn we er nog nooit geweest!). In een huis vinden we een verborgen
lokaal restaurantje aan de lagoon. Aan uithangborden doen ze hier niet, elke
woning kan een winkel of eethuis zijn. We krijgen een heerlijke lunch voorgeschoteld.
Voor en na de eilandtoer, stoppen we even op de parking van
de Pizzeria en maken we van gebruik van het internet (dat ze duidelijk niet
afsluiten tijdens sluitingstijd, lucky us!).
Ondertussen is er een snorkelzoektocht ingezet naar Captain’s
zonnebril... deze is op een avond in het water gevallen, tijdens het ophangen
van de bijboot. Het is Beryl van Margarita die hem vindt! Thanks Beryl.
Ook al genieten we van Wallis en haar eilanden en hadden we
hier meer tijd gepland & willen besteden, kondigt ons vertrek zich vroeger
aan dan verwacht. Een weervenster, dat hier niet snel voorkomt, om naar Tonga
te varen, kondigt zich aan. Met tegenzin klaren we uit op vrijdag, om
maandagnamiddag te vertrekken. (Zo makkelijk zijn de Wallisianen & Franse
ambtenaren, kom maar voor het weekend, indien je in het weekend of op maandag
wil vertrekken, zonder buiten de werktijden kosten of wat dan ook.)
Op zaterdagavond & zondagmorgen liggen er massa’s
plastiek zakken in de supermarkt SEM, allen gevuld met een andere bloemenkrans
om te kopen & te dragen tijdens de zondagse kerkdienst(en). Toch is het
stilletjes in het dorp op zondagmorgen, wanneer we nog even wat croissants, een
baguette en gebraden kip gaan kopen voor tijdens onze tocht. Zelfs de grote
kathedraal houdt haar deuren gesloten. Dus geen kerkdienst voor ons ;-)
We nemen afscheid van Margarita en verkassen weer naar onze
eerste motu ‘Île Faioa’, waar we dichter bij de pas liggen. Een zeeschildpad,
pijlstaartrog
en barracuda zwemmen
voorbij, terwijl ik op de punt de koraalbommen probeer te spotten in het
heldere aquamarijn blauw-groene water.
Onverwacht treffen we SY Sombrio bij het eiland en houden we
een potluck met Sandi & Ian ter afscheid. Zo kan ik Sandi nog de beloofde
knipbeurt geven en meteen ook the Captain z’n coupe bijwerken.
De volgende dag vertrekken ze naar het hoofdeiland om in te
klaren en zwaaien we ze uit. De laatste uren voor vertrek brengen we al
snorkeld door, langs de uniek gevormde koraalbommen.
Extra info:
*vlag voering:
Officieel voert het gebied de vlag van Frankrijk
De niet-officiële vlag van Wallis en Futuna bestaat
uit een rood veld met daarop een wit vierkant met een rood andreaskruis.