Zondag, 7 - vrijdag, 12 oktober ‘18
(UTC +13u = +11u tijdsverschil met BE(=UTC +2u)!)
Na meer dan een week krijgen we toch weer genoeg van alle drukte & feestelijkheden en zoeken we de rust op. Eindelijk laten we de mooringbal in ‘Neiafu’ los, klaar om de eilanden van de Vava’u Groep te ontdekken.
De Vava'u Groep is 21 km breed van oost tot west & 25 km lang van noord tot zuid, 90km² groot. Het bevat 34 eilanden, waarvan er 21 zijn bewoond. Het invaren van het ‘Ava Pulepulekai’ kanaal van 11km langs een pittoresk landschap, geeft een Fjord gevoel. De hoofdstad ‘Neiafu’, ligt in de beschutte baai ‘Puerto del Refugio’.
In 1781 ontdekt door de Spaanse kapitein, Francisco Antonio Mourelle.
De Toeristische map van de groep toont 42 ankerplekken, allemaal genummerd (volgens andere cruisers, omdat de namen van de eilandjes niet uit te spreken zijn, of is het om de charters het makkelijk te maken?!). En er zijn nog meerdere plekjes, zonder nummer, dus keuze genoeg! Het is een perfect cruisersgebied. De verschillende ankerplekken & eilanden bevinden zich op korte afstand van elkaar, het is een makkelijk zeilgebied, al blijft het uitkijken naar riffen, bommies & ondieptes. De eilanden variëren van vorm & uiterlijk, van hoge lijmstenen steile kliffen met grotten, tot kleine lage atolachtige eilandjes met een zandstrand. Het is een labyrint van waterwegen die zich een weg baant tussen de talrijke eilanden, riffen & ondieptes, met blauw water van elke RAL nummer die je maar kan bedenken, met een levendige onderwaterwereld van kleurrijk koraal & ontelbare vissen.
Er is voor ieder wat wils, eenzaam en alleen, ver weg van alles of beschutte baaitjes met een groot strand, Tonga Feast of sundowners op het strand of een restaurant of bar.
Wij kiezen even voor het Robinson-gevoel en varen naar het meet oostelijke eiland, nummer 30, ‘Kenutu’. Het levert ons meteen een prachtig zeiltochtje van een halve dag op langs heel wat idyllische eilandjes. We moeten door twee ondiepe kanalen navigeren, ik op de punt en the Captain achter het stuur met een oog op de plotter, ‘Oviatlmap’ op de tablet en nog een oog op de dieptemeter... euhm, hij komt een paar ogen te kort denk ik! Ondertussen verandert het water om ons heen in licht turquoise, een hoopje zand doet zich voor als een eiland. We weten niet waar eerst te kijken, 360° om ons heen is het oogverblindend mooi, wat is het hier prachtig...
We bereiken het eiland, dat net achter een rif ligt. De deining rolt er bij hoogwater er wat over, maar achter een ander rif droppen we het anker. Heerlijk... alleen met z’n twee... Tijdens hoogwater zien we golven tegen de rotswanden van het eiland kletsen. De volgende dag wandelen we naar de oceaankant van het eiland, waar het opspattend water van blowholes een indrukwekkende bezienswaardigheid zijn. Bij terugkeer ziet onze dame haar romp zwart van muggen! Oooh, maken dat we hier wegkomen. We tuffen de prachtige lagoon en de twee doorgangen weer uit op weg naar een ander ‘Robinson’-plekje, tegenover nummer 12, bij ‘Lautala’. We snorkelen tussen dood koraal met honderden schelpen met een diertje erin, is dit de slak met de dodelijke stekel? We raken ze maar niet aan. Blauwe zeesterren liggen verspreid op de bodem of rond koraal omklemt. De dinghycover heeft wat reparatie & versteviging nodig aan de rand. Een naaiprojekt voor the Captain. De volgende dag varen we met Sensationtje naar het zandstrand van het eiland, waar we haar kleedje weer aantrekken. De cover ziet er weer netjes uit. Knap werk van mijn MacGuyver.
Een baaitje verder, bij nummer 11 ‘Tapana’ zien we reeds vier bekende boten liggen, oeps... bye bye ‘Robinson’, No more ‘Adam & Eva’! Toch ook weer gezellig wat socializen. Locals in een bootje komen langsvaren, de dame toont ons verscheidene artisanale spullen gemaakt van de pandanusbladeren, we kunnen ook fruit & groenten van haar kopen. De volgende dag is het wat bewolkter en de wind neemt verder toe. We zoeken beschutting bij nr 16, ‘Vaka’eitu’. Hiervoor moeten we twee riffen door, de doorgangen zijn smal en niet diep, maar we hebben plaats genoeg, zowel naast ons als onder de kiel. Deze ankerplaats geeft ons de nodige beschutting tegen de wind & deining, we liggen op spiegelglad water. Aan de buitenkant van het rif bevindt zich een ‘koraaltuin’. Hiervoor moeten we bij hoog water het rif overzwemmen. Ons Sensationtje laten we achter op het strand. We hebben onze wetsuits aan, ja inderdaad, het water is hier enkele graden kouder, zeker buiten het rif, net als de buitentemperatuur en dat is weer even acclimatiseren. We bestuderen de golven die over het rif rollen, met onze zwemvliezen aan proberen we tegen de golven in te peddelen. Dat lukt behoorlijk goed en al snel zien we een kleurrijke koraaltuin onder ons verschijnen. Vissen in alle soorten & maten laten zich op het ritme van de stroming zweven en al snel zien we een clownvis, en nog één en nog één... het lijkt wél een hele familie, neen, een heel dorp! Wauw, zoveel Nemootjes bij elkaar. Zo PRACHTIG! Naast de koraaltuin is een muur die meteen de diepte ingaat, het geeft ons een ‘Bonaire’ gevoel. Wat een fantastische snorkelplek. Wanneer we terugkeren is het tij reeds gekeerd, het is even zoeken naar een wat diepere doorgang om met de deining mee over het rif, terug in de lagoon te komen. De golven en de stroming zuigen ons op, na enkele pogingen zijn we erover. Dit was MEGA!
Maar er is nog zoveel meer te zien en dus halen we de volgende dag weer anker op en verhuizen we naar nummer 7, ‘Port Maurelle’. Om de punt van ‘Kapa’ eiland, bevindt er zich een grot, de ‘Swallow Cave’. Het is 1,5mijl dinghieën naar de grot en we kunnen er met de dinghy invaren. Binnenin zien we rotsen met grillige vormen & aparte kleuren, het is best donker en een beetje akelig, we horen & zien enkele vleermuizen. Zouden we het water ingaan? Langzaam laten we ons vanuit de dinghy in het water glijden, onderons hangt een hele school van ontelbare kleine visjes, als in een ballon. Grappig en bijzonder om te zien hoe ze samen deze vorm aannemen. Met de lichtinval kunnen we net genoeg zien. Buiten de ingang, zie je in de oneindige diepte met blauw blauw blauw water.
We willen ook nog een bezoek brengen aan ‘Mariner’s Cave’, een grot onder water, waar je onderdoor moet zwemmen, maar we vinden de ingang niet... jammer. In de baai van ‘Port Maurelle’ is het ook de moeite om te snorkelen.
Elke avond worden de weerbeelden doorgenomen en besproken met medezeilers. Een weervenster om naar de ‘Ha’apai groep’ te varen kondigt zich aan. Een week te vroeg naar onze planning en zin. We wikken & wegen, of we nemen het of we liggen hier zeker nog twee weken. Ok, we gaan. En zo dus varen we op vrijdagmorgen terug naar de hoodstad ‘Neiafu’ om uit te klaren voor ‘Ha’apai’. Er staan nog enkele ‘te doen’ puntjes op onze agenda voor we voor het vallen van de avond vertrekken.
The Captain gaat de mast in om de verstaging te checken, watertank vullen, betalen bij port-Control, een document invullen bij douane, fruit & groenten kopen op de markt, lekker kippepasteitjes kopen bij ‘Tropicana’, ontbijten bij ‘Mango’, vlees kopen bij Falalau deli en als afsluiter: Fish & Chips eten bij Bar in de ‘Hideaway’. Deze keer brengen we onze tubes tartaar & mayonaise mee, want hij heeft enkel ketchup ;-). Njammie!
Zo, bootje klaar: check; vers eten: check; maagjes gevuld: check.
Ondertussen maken vier boten zich klaar voor de wekelijkse vrijdagse funregatta.
‘Wat denk je Captain, eerst nog een wedstrijdje voor vertrek?’ ‘Neen, het is goed geweest, we gaan’, zegt hij. De zielen gaan op en ik laat de lijnen los van de moeringbal . De motor blijft uit, we vertrekken op zeil! Ja, dan toch nog een race?!