Donderdag, 20 september - zondag, 7 oktober ‘18
(UTC +13u = +11u tijdsverschil met BE(=UTC +2u)!)
‘Neiafu’ is de hoofdstad van de ‘Vava’u Eilandengroep’. Het
is een prachtig zeilgebied (daarover later meer) en daardoor een thuishaven
voor de chartermaatschappijen Moorings & Sunsail. Het dorp of moeten we
echt ‘stad’ zeggen, ademt ‘zeilen’ uit. Moerings zijn gelegd in de baai om het
koraal te beschermen, er bevinden zich verscheidene bars & restaurants en
allen beschikken ze over een dinghydok of kan je de bijboot veilig achter laten
in de kleine vissershaven, alles bevindt zich op wandelafstand van elkaar: de
vele chinese winkeltjes, de markt, bank, douane, enz...
Sensationtje laten we achter bij café/restaurant ‘Mango’ en
wandelen richting het dorp op zoek naar douane. Hier moeten we even het
document uit ‘Niutoputapu’ afgeven, zodat ze weten van onze aanwezigheid.
Daarna bezorgen we het pakketje van Tiu met pandanusbladeren aan een vriendin
van haar. Bij Digicel kopen we een sim-kaart en data voor bijna de helft van de
prijs als de TCC-provider in de ‘Niuas’! Voor een prikje zijn we online. De
overdekte groenten- & fruitmarkt is goed gevuld en voorzien van voldoende
variëteit. We kopen de goedkoopste tomaten ooit op onze trip: nog geen 2€ voor
meer dan een kilo tomaten! We verkennen de verscheidene Chinese supermarkten
waar je altijd wel iets vindt, maar om je boodschappenlijst af te werken moet
je minstens twee, drie, vier of meerdere van die winkels langs. Een vers
rozijnenbrood is het enige wat we kopen, aangezien we geen boodschappenlijstje
hebben.
‘Neiafu’, het blijft een dorp. Toch zien we zelfs hier
varkens in het centrum de weg oversteken. Het blijft bijzonder & grappig
die varkens en ook zoooo schattig die gevlekte kleine biggetjes die ongevreest
grazen & al knorrend rondhuppelen. Ooit door de oude zeevaarders
meegebracht als ruilobject, nu een vaste bewoner op de eilanden en vooral een
vast deel van het menu op feest-, begrafenisdagen en ‘de kers op de taart’,
weliswaar aan het spit, tijdens een ‘Tongan Feast’.
Plots horen we blaas- & slaginstrumenten: een brassband.
Het is een begrafenisstoet. Iedereen getooid in hun traditionele Tongaanse
klederdracht, met zwart als hoofdkleur. De rouwende familieleden dragen deze
kleur & klederdracht een volledig jaar, als teken van rouw.
Tijdens onze verkenningswandeling worden we onderweg steeds
begroet door hartelijk lachende gezichten. Ook heel wat bekende boten en hun
crew komen we tegen. Het lijkt wél of het hier een trefpunt van de zeilers is,
en een beetje is dat ook zo (meer daar over later).
Op het VHF-kanaal 26 is er dagelijks om 8u30 een cruisersnetje
met de wél & weetjes & te doentje, dagelijks gebracht door een beurtrol
van de plaatselijke commerciële handelaars. Hier echter staat 26 ten behoeve
van alles en iedereen, zelfs ‘Vava’u Radio’ die voor rescue en andere situatie
ter beschikking staan, zitten zowél op 26 als 16. Over de hele eilandengroep
staan er repieters, zodat je vanop elke ankerplaats bereikbaar bent. Dus i.p.v.
noodkanaal 16, staat onze VHF nu op kanaal 26. Cruisers roepen elkaar op en
schakelen over naar een ander ship2ship-kanaal om hun praatje te doen. Lekker
sociaal en gratis in communicatie ;-)
Op vrijdag is er de wekelijks weerkerende funregatta,
georganiseerd door Charles van bar/restaurant ‘Refuge’. The Captain bekijkt
& volgt met trieste ogen de wedstrijd door de verrekijker. Hij moppert en
ergert zich aan de vier racende boten die twee keer de baai op & neer varen
en twee keer de uitgang passeren. Volgende week ZAL hij meedoen! Zensation was
nu nog wat moe en niet meteen voorbereid op een race, een dag na aankomst.
Maar eerst gaan we een klein weekje enkele eilanden &
ankerbaaien van de groep exploreren. Althans dat is/was het plan, tot ik water
in de bilge ontdek... véél water!
Het was een zware tocht en we hebben bijna de hele tocht op
één oor gelegen en niet eens de bilgepomp horen opspringen. Een belletje gaat
rinkelen, de vloer wordt losgemaakt en open gelegd. Inderdaad, de automatische
vlotter die het waterniveau onder controle houdt door de bilgepomp te laten
draaien, doet het niet meer: draadje gelost. De vlotter wordt gedemonteerd,
maar de draad kan niet herbevestigd worden. Dat wordt dus een nieuwe! Nu is
Zensation voorzien van héél wat reserveonderdelen, waaronder een nieuwe
bilgepomp, maar géén nieuwe vlotter! Het is vrijdagavond, toch probeert the
Captain nog even de bar/restaurant af te gaan om het personeel van de bootwerf,
chartermaatschappijen, enz, te benaderen. Hij komt te weten dat de
Watersportwinkel (behorende tot de bootwerf) over een vlotter beschikken,
slechts één probleem: pas maandag open!
We besluiten onze uitstap uit te stellen tot maandag en the
Captain maakt een tijdelijke connectie, zodat we met de schakelaar op het
bedieningspaneel, de bilgepomp kunnen aan- & uitzetten.
Het weekend brengen we door met het leeg- & schoonmaken
van de bilge. Geen plezierig klusje, maar ja, het moet gebeuren. Een ideaal
moment om de proviandlijst nog eens up to date te maken.
Op zondagmorgen maken we een wandeling naar een vieuw-point
aan de andere kant van de baai. Onderweg horen we prachtig gezang uit de kerken
kolen en mooi opgeklede mensen in hun traditionele kledij.
Via een trap, waar de waterpas bij ontbrak tijdens het
aanleggen ervan, komen we op de top van de berg ‘Talau’(slechts 131 m). Het
panoramisch uitzicht is immens . We zien Op de beschutte natuurlijke diepe
baai, met daarachter de verscheidene eilanden en aan de andere kant de
bootwerf. Neiafu wordt beschouwt als vrij veilige plaats om te blijven tijdens
het cycloonseizoen en meer & meer jachties kiezen er dus voor om hier te
blijven of hun boot achter te laten aan een moering of op de werf.
Op maandagmorgen halen we de schone was op bij ‘Bubbels’ en
wachten we voor de deur van de Watersportwinkel tot ie open gaat. De vlotter
wordt gekocht en even later geïnstalleerd. Wat doen we nu? Trekken we erop uit
of blijven we liggen. Meer & meer boeten arriveren, alle moerings zijn
bezet. Vrijdag is er de funrace en vanaf zaterdag start de opening van het
jaarlijkse ‘Blue Water Festival’, dat een week duurt en waar we aan willen
deelnemen. Nemen we het risico dat iemand onze moering neemt, ook al is die
gereserveerd voor ons en gaan we even weg of blijven we, zodat we zeker zijn
van een moering om aan te liggen?!
We besluiten het laatste. We liggen hier goed en genieten
van wat Neiafu biedt en het mooi aanbod aan restaurantjes. We verkennen ze
allemaal delen onze aandacht over hen. ‘Mango’: voor ontbijt, alle andere
gerechten, véél glimlachende goude tanden & gratis goede WiFi; ‘Refuge’:
voor funrace & goede pizza, gratis WiFi die matig is; ‘Tropicana’ voor de
lekkerste kippentaartjes (zoals een volauvent in een jasje) en uitwisselen van
tv-series & films + was; ‘Hideaway’ een drijvend blauw huisje in de baai
met de lekkerste Fish & Chips (met de vangst van de dag). De laatste is ook
meteen onze favoriet. Bar(ry) & Char(lotte), een bruisend Canadees koppel
baat deze zaak, samen met hun Falaleu Deli (blauw huisje in de straat naast de
grote Katholieke kerk), waar je ingevroren vleeswaren & gerechten van het
huis kan kopen, uit.
Er is hier genoeg te beleven en héél wat leuke
cruisersvrienden om dit alles mee te delen & te socializen ;-)
Nog even over de ‘Gouden tanden’:
Door mijn nieuwsgierigheid & leergierigheid naar de
bevolking, hun gewoonte, traditie & cultuur, probeer ik met de locals
contact te maken, een band te creëeren en persoonlijke dingen te weten te
komen. Het goud op hun tanden trekt steeds mijn aandacht en dus kan ik het niet
laten om hier naar te vragen.
Tand- & medische zorg is gratis voor de bevolking. Op de
andere Polynesische eilanden zagen we heel wat slechte gebitten, meer zonder of
slechts enkele tanden dan een prachtig rijtje tanden. Hier zien we een volle
mond tanden, maar met stukjes goud. Een streepje hier, een streepje daar... een
streepje horizontaal, een streepje verticaal, of een vierkantje... Na wat
navraag bij enkele eigenaren van zulke blinkende glimlach, blijkt dat het geen
‘rijkdoms’ verschijnsel is, maar een noodzaak. Het is ons ook reeds bekend dat
de Polynesiërs wat dikkere mensen zijn en dol zijn op suikerrijke dranken &
snacks, desserts, wat niet alleen een aanslag op hun figuur betekend, maar ook
op hun tanden. Voor de goude oplapjes moeten ze wél betalen en naar een
privé-tandarts gaan. Dit is wat we erover ontdekt hebben.